De aankondiging van de regering-Trump om importheffingen af te kondigen tegen Canada leidde in de afgelopen weken tot een vastberadenheid onder Canadezen om producten te kopen uit eigen land, in plaats van Amerikaanse. Nu de EU ook is getroffen door Amerikaanse importheffingen, lijkt in Europa een soortgelijke beweging te ontstaan.

Zo delen op verschillende internetfora tienduizenden mensen Europese alternatieven voor Amerikaanse producten met elkaar. In Nederland is het vooralsnog geen groot thema, maar in andere Europese landen lijkt de beweging op stoom te komen. Een Franse Facebookgroep heeft inmiddels bijna 20.000 leden en gebruikers van Reddit hebben zelf een site opgezet met Europese alternatieven.

Rabobank-econoom Olaf Zwijnenburg legt uit dat dergelijke acties door sociale media binnen een mum van tijd een groot publiek bereiken. “Dat kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor de verkoop. Er ontstaat ineens in een heel hoog tempo een beweging in Europa om Amerikaanse producten te boycotten als reactie op recente politieke beslissingen van Trump.”

Zwijnenburg stelt dat deze ontwikkeling een sentiment toont van groeiende onvrede over de Amerikaanse politiek in Europa.

Volgens retaildeskundige Kitty Koelemeijer zijn Nederlanders zeer gehecht aan Amerikaanse merken. “Made in America was voor veel producten een aanbeveling, net als bijvoorbeeld kleding met Made in Italy. Dat gaat er nu een beetje vanaf.”

ING-econoom Dirk Mulder benadrukt dat het voor consumenten niet makkelijk is om zomaar over te stappen. Volgens hem storen mensen zich misschien wel aan de wereldwijde politieke situatie, maar is een verandering in gedrag niet eenvoudig. “We zijn gewend aan bepaalde producten, bepaalde smaken en daar moet je dan afscheid van nemen”.

Nederlanders zijn volgens hem ook een stuk nuchterder en minder nationalistisch dan bijvoorbeeld Fransen of Denen. Overstappen op meer Europese producten is uiteindelijk goed voor de economie in Europa, zegt Mulder, maar er zijn ook nadelen. “Vergeet niet dat van bijvoorbeeld Coca-Cola hier in Nederland de flesjes worden gebotteld. Op het moment dat je gaat boycotten, raak je dat misschien kwijt, inclusief het kantoor en de banen.”

Huismerk is doorgaans Europees

Het is voor Nederlandse consumenten ook niet makkelijk om te zien welke producten Amerikaans zijn. Het merk Honig heeft voor veel mensen bijvoorbeeld een oer-Hollands imago. Toch is het al ruim twintig jaar in handen van het Amerikaanse Kraft Heinz.

Een Deense supermarkt sprong daarop in en lanceerde een label om Europese producten te identificeren. Retaildeskundigen zien dergelijke labels in Nederlandse supermarkten niet zitten. Kitty Koelemeijer: “Als je producten gaat labelen moet de consument er voordeel van hebben, dit lijkt me dat niet te doen. De klant wordt al overspoeld met informatie en dan gooi je er nog meer bovenop.”

In andere Europese landen, zoals Spanje, zetten sommige klanten Amerikaanse merken ondersteboven om zo andere klanten te informeren. Retaildeskundige Eelco Hos zegt dat er een makkelijkere manier is om zo goed als zeker te zijn van een Europees product: koop het huismerk. Die merken zijn eigendom van de supermarkt zelf en worden voor het grootste deel in Europa geproduceerd.

InRetail, de branchevereniging voor non-food, ziet nog geen grootschalige acties met bijvoorbeeld stickers, maar verwacht deze trend wel in de winkelstraat terug te gaan zien.

Naast voedsel zijn er ook veel Amerikaanse diensten en platforms ingeburgerd in Europa. Volgens ING-econoom Mulder kan overstappen bij de een makkelijker gaan dan bij de ander. “Het moet geen ongemak opleveren. Een andere browser of zoekmachine kan wel, maar weggaan van diensten als Gmail is veel moeilijker.”

Wat zeker is, is dat er is op dit moment meer aandacht en waardering is voor spullen die uit Europa zelf komen, ongeacht hoe sterk de beweging die pleit voor Amerikaanse alternatieven nog wordt. Rabobank-econoom Olaf Zwijnenburg: “Je moet de macht van de klant niet onderschatten. Consumenten verwachten tegenwoordig veel meer van merken dan alleen goede spullen. Ze willen ook weten hoe hun favoriete merk in politieke en maatschappelijke discussies staat.”

Door Haluk