Tel maar na hoeveel schaatsers vanavond tijdens de WK afstanden in Hamar de drie en vijf kilometer met twee handen op de rug rijden. Óók in de bochten.
De opmerkelijke techniek brak deze winter door in het langebaanschaatsen. Een trend die de Nederlander Chris Huizinga in 2022 al zette, is nu op de lange afstanden door bijna iedereen omarmd. En terwijl de schaatswereld met die innovatie nog kennismaakt, meldt de volgende zich al op het ijs: de schaatshelm.
Het zijn resultaten van een jacht op nog snellere tijden, elf maanden voor de Olympische Spelen in Milaan.
Twee handen op de rug
Davide Ghiotto brak onlangs met twee handen op de rug het wereldrecord op de tien kilometer en maakt komende dagen in Noorwegen kans op WK-goud. Ragne Wiklund, ook zonder armzwaai, is bij de vrouwen een van de favorieten op de drie kilometer.
Het begon allemaal toen Ghiotto’s concurrent Huizinga in 2022 uit pure vermoeidheid tijdens een race spontaan beide armen op de rug legde in de bocht. Wat bleek: hij ging sneller.
Wouter Terra, sportaerodynamica-onderzoeker bij de TU Delft en NOC*NSF, zag het gebeuren. In samenwerking met de KNSB deed hij toen al onderzoek naar de aerodynamische houding van schaatsers.
Als proefkonijn reden schaatsers op het ijs in Thialf door een muur van met lasers verlichte luchtbelletjes om luchtstromingen tijdens de schaatsbeweging te achterhalen. Met één hand los en met twee handen op de rug.
En ja hoor: ze merkten grote verschillen. “De luchtweerstand met twee handen op de rug is ongeveer vier procent lager dan als je met één hand los schaatst”, vertelt Terra.
Minder luchtweerstand
Schaatsen is een gevecht tegen de lucht. “Luchtweerstand is verreweg de grootste kracht die jou tegenwerkt. Er is een klein beetje wrijvingsweerstand met het ijs, maar zo’n negentig procent is luchtweerstand. Dus bij minder luchtweerstand ga je sneller.”
“Stel dat je een hele ronde met twee handen op de rug schaatst in plaats van met één hand los, dan scheelt dat naar schatting ongeveer 0,4 seconden. Dat is best veel.”
Twee handen op de rug houden is niet helemaal nieuw. Jaap Eden deed het in 1893 al, toen hij wereldkampioen allround werd. Maar daarna verdween de techniek. Denk aan de grootheden uit de schaatssport in het verleden en ze rijden allemaal met een arm los in de bocht.
Dat kan zomaar eens gaan veranderen, want als het echt sneller gaat zonder armzwaai neemt de rest het vanzelf over.
“Zolang het tijdswinst geeft, is het wel de moeite waard om trainingstijd erin te investeren”, zegt oud-schaatsster Diane Valkenburg, nu bewegingswetenschapper bij de marathonploeg van Huizinga’s Team Essent. “Ook een jaar voor de Spelen.”
“Dan is het maar net hoe snel je het onder de knie krijgt. Ik betwijfel of iedereen het lukt. Voor de ene schaatser is het lastiger dan de ander. De armzwaai gebruik je namelijk voor je balans, maar ook om meer vermogen in je afzet te leggen.”
Superman
“Het is interessant om in de toekomst te kijken naar: hoe moet je die twee handen op de rug nou houden? En: zijn er misschien nog wel extremere houdingen te bedenken? Het klinkt heel gek, maar kijk eens naar wielerhoudingen in het verleden bij het werelduurrecord. Toen hebben Graeme Obree en Chris Boardman records gereden door extreme houdingen aan te nemen.”
“Hun luchtweerstand werd veel lager door de armen vlak voor hun romp of in een soort supermanhouding te houden.” Wie weet is de weg naar olympisch schaatsgoud wel met twee armen in een punt voor je lichaam uit.
Zoeken naar nieuwere, snellere technieken is van alle tijden, weet ook Valkenburg. “Voor de Spelen van Vancouver werd getest met een prismabril, dan kon je naar beneden kijken terwijl je het zicht voor je zag. Dan hield je je hoofd naar beneden en had je aerodynamisch voordeel.”
Vaak vergelijkt Terra, die ook in wielrennen en atletiek onderzoek doet, innovaties binnen verschillende sporten. “Wat kan het wielrennen bijvoorbeeld leren van het schaatsen, en andersom?” Verlagen van weerstand door slimme pakken te ontwerpen, bijvoorbeeld. Of door het dragen van een helm.
Ghiotto en Ted-Jan Bloemen reden tijdens de wereldbeker in Heerenveen hun vijf kilometer met een helm, een primeur op een individuele afstand. Donderdagavond rijdt Ghiotto de vijf kilometer zonder. Want een groot succes was het voor hem nog niet.
‘Bubbel’
“Doordat die helm over je oren zit, ontstaat er soort bubbel. Ik hoorde de coaches niet meer, voelde me een beetje opgesloten. Als je dan geen lekkere rondjes rijdt, lukt het niet daaruit te komen.”
De Italiaan weet ook niet zeker of de helm wel echt aerodynamisch voordeel oplevert. “Een wielrenner op een tijdritfiets zit stil, het hoofd blijft de hele tijd op dezelfde plek tussen de schouders, dan helpt het. Als schaatser beweeg je je veel meer en is het effect juist averechts als een helm op je hoofd hebt.”
Handen op de rug of helm op het hoofd? Als de schaatser zich er maar comfortabel bij voelt.