“Houd eens op met groeien”, zegt Jochem Liemburg als hij Jenning de Boo bij het afscheid in de voortuin tegen zich aan drukt. Naast hem geeft zijn vrouw Anneke Angel Daleman een knuffel. “Niet vallen hè, dan word ik zenuwachtig.”
De Boo en Daleman rijden vanavond de 500 meter op de WK afstanden in Hamar. De Boo als titelkandidaat, Daleman is debutant dit toernooi.
Hun weg naar de schaatstop liep een jaartje parallel, toen ze samen onder één dak woonden bij hun gastouders in Oranjewoud.
Op een klein kwartiertje fietsen van Thialf staat het huis van Jochem en Anneke Liemburg. Nadat hun dochters het huis uit waren, hadden ze ruimte over voor jonge topsporters die in de buurt van de ijshal wilden wonen. Een uitkomst voor Groninger De Boo en Daleman uit Leiderdorp.
Ze wonen er al ruim een jaar niet meer, maar als De Boo naar de zitkamer loopt, ploft hij neer op de bank alsof hij dat nog dagelijks doet.
“Hier lag ik altijd, dit is mijn hoekje”, zegt hij in horizontale positie met zijn voeten op de bank. “Zolang we onze schoenen niet aan hebben, mag dat.” Naast hem knikt Anneke instemmend, trots dat De Boo de huisregels niet vergeten is.
“Ik denk dat Anneke en Jochem enorm hebben bijgedragen aan onze successen”, zegt De Boo. “Als we hier niet hadden gewoond, hadden we niet op deze toernooien gestaan.”
Daleman: “Dat denk ik ook niet. We waren allebei heel jong toen we hier kwamen. We woonden als vijftienjarige niet meer bij onze eigen familie, dan is het mooi dat je in een warm gezin komt bij een andere familie. Anders zit je ook zo alleen.”
‘Het waren natuurlijk geen feestbeesten’
“Als we op onszelf hadden gewoond op die leeftijd, hadden we pizza’s besteld, nu kregen we goede maaltijden”, lacht De Boo. “Natuurlijk is het anders dan je eigen gezin, maar jullie waren niet streng”, knikt hij naar zijn gastvader.
Jochem: “Ze waren ook geen feestbeesten natuurlijk, ze moesten sporten. Het is niet zo dat we ze uit de kroeg moesten halen of dat ze dronken over het erf strompelden.”
Op televisie, recht tegenover die ruime bank waar gastouders en topsporters het zichzelf gemakkelijk hebben gemaakt, werd maar weinig naar sport gekeken. “We keken vaak Tussen Kunst en Kitsch”, zegt Anneke, “en gingen dan raden wat het duurste voorwerp zou zijn. Jenning had het meestal goed, vreemd genoeg.”
Jochem: “We vonden het ook wel een beetje onze taak om het over iets anders te hebben dan die sport. Daar ben je de hele dag al op gefocust, maar er is ook iets anders.”
Als er als vanouds ijsthee op tafel komt en de tosti’s worden gebakken, voelen De Boo en Daleman zich helemaal op hun plek. “Er is weinig veranderd in het huis de afgelopen jaren”, merkt De Boo op.
Anneke: “Ik heb een nieuwe vaas gekocht.”
De Boo: “Nee, precies.”
‘Wie denk je dat hier schoonmaakt?’
Op de eerste verdieping hadden De Boo en Daleman elk hun eigen kamer. Daleman kreeg de kleinste van de twee, zij kwam er als laatste bij.
“Kom jij hier nog weleens?”, vraagt De Boo aan Anneke in zijn oude kamer. “Wie denk je dat hier schoonmaakt? Stof valt ook als jij hier niet bent.”
“Hier heb ik heel wat uren gespendeerd, dit voelt nog wel een beetje als mijn kamer”, zegt De Boo. Anneke: “We zeggen nog altijd ‘Jennings kamer’, maar het is al lang zijn kamer niet meer.”
In de afgelopen anderhalf jaar, sinds ze zijn verhuisd in december 2023, namen de carrières van De Boo en Daleman een vlucht. Hun tijd in Oranjewoud lijkt lang geleden.
De Boo: “Aan de ene kant heb ik het wel afgesloten, maar ik vind het heel fijn om hier te komen. Ik woon nu alleen, dat is nog weleens saai en dan stuur ik Anneke een berichtje of ik kan komen eten.”
Hun jaartje in hetzelfde huis heeft gezorgd voor een innige band tussen De Boo en Daleman. “We hebben nu heel andere levens, twee jaar geleden hadden we precies hetzelfde leven”, zegt De Boo. “We trainen niet samen, maar ik zal nooit langs Angel lopen en geen ‘hoi’ zeggen. We gunnen elkaar al het succes.”
“Als Angel tegen Antoinette (Rijpma-de Jong, red.) rijdt, vind ik dat wel lastig. Dan moedig ik liever niemand aan, want Antoinette is mijn ploeggenoot, maar ik zie Angel ook graag winnen.”
Daleman: “Dat heb ik als Jenning tegen Merijn Scheperkamp rijdt. Ik ga ook niet ontkennen dat ik dan wat liever heb dat Jenning wint”, zegt ze verontschuldigend. “Ik gun het hem het meest, dat zal altijd wel zo blijven.”