“Een uitdagend en aantrekkelijk tweeluik”, noemde bondscoach Ronald Koeman de komende twee wedstrijden van het Nederlands elftal tegen Spanje in de kwartfinales van de Nations League. Het kan een afgang worden of een mentale opsteker. Oranje komt vandaag bijeen in Zeist en moet deze week met de billen bloot.
Met Spanje treft het Nederlands elftal donderdag in De Kuip en drie dagen later in Mestalla in Valencia een absoluut topland. Het is de titelhouder in de Nations League, de Europees kampioen en de huidige nummer drie van de FIFA-wereldranglijst.
“Ze hebben geweldige, jonge spelers”, zei Koeman vorige week in Studio Voetbal. “Veel van Barcelona: Pedri, Lamine Yamal, Dani Olmo. En Nico Williams van Athletic, noem maar op.”
Eindelijk winst op topland?
Nederland staat momenteel zevende op de FIFA-ranglijst en mag zich als halvefinalist van het afgelopen EK ook tot de betere landen rekenen. Een overwinning op een topland is echter lang geleden. In de tweede periode van Koeman als bondscoach lukte het nog niet.
“We hebben nog niet de vorm gehad tegen toplanden”, aldus Koeman.
In de eerste periode van Koeman als bondscoach lukte het wel. In 2018 was Oranje Duitsland en Frankrijk de baas en in 2019 weer Duitsland en ook Engeland in de halve finales van de Nations League. Het waren tot nu de laatste overwinningen van Oranje op toplanden.
Een vast team waar Koeman van kan dromen
Een groot verschil met zijn eerste periode is voor Koeman dat hij toen over een vaste formatie kon beschikken. “Dat elftal van toen kan ik nog steeds dromen”, zei de bondscoach.
Dat gedroomde team van toen: Jasper Cillessen, Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Virgil van Dijk, Daley Blind, Marten de Roon, Frenkie de Jong, Steven Bergwijn, Georginio Wijnaldum, Ryan Babel, Memphis Depay.
Daarmee won Oranje in 2018 van wereldkampioen Frankrijk en een jaar later ook van Engeland. “Toen moest ik geen streepjes zetten bij die valt af en die valt af”, uitte Koeman zijn frustratie. “Het was een vast elftal. Dat is veranderd.”
Voor de komende interlands moest Koeman al een streep zetten door de namen van de geblesseerde Nathan Aké en Stefan de Vrij. Elk weekend voor de interlandperiode is het zweten voor Koeman thuis voor de buis. Afgelopen weekend was daarop geen uitzondering.
Zaterdag ging een kruis door Jerdy Schouten en gisteravond viel de doorgaans onverwoestbare Denzel Dumfries uit bij Internazionale tegen Atalanta. Memphis Depay komt dan wel weer terug, maar zal een flinke jetlag hebben. En Frenkie de Jong ontbrak gisteren vanwege ziekte bij FC Barcelona.
‘Mogelijkheden om Spanje pijn te doen’
“Het is zeker van invloed geweest op de resultaten”, zei Koeman over de blessuregevallen in zijn tweede periode. Ook nu kan hij niet over een voltallige fitte groep beschikken. Het blijft daarom zoeken naar vastigheid en zonder houvast is er weinig perspectief op goede resultaten tegen een topland als Spanje.
Is Oranje dan kansloos? Volgens oud-international Ibrahim Afellay niet. “Natuurlijk is Spanje de topfavoriet, maar er liggen mogelijkheden om Spanje pijn te doen met de snelheid van spelers als Donyell Malen en Jeremie Frimpong”, zei hij in Studio Voetbal. “Dan kan je tot kansen komen.”