Het overlijden van Rob de Nijs maakt zoals te verwachten valt bij zo’n geliefde artiest veel los. In 2000 zei de zanger en acteur in een interview met de Volkskrant dat hij met zijn nummers zo veel mogelijk mensen wilde bereiken. Dat is gezien de reacties goed gelukt, zowel in Nederland als in België, want ook in Vlaanderen was hij zeer geliefd.

Radiomaker Frits Spits noemt het overlijden van De Nijs een groot verlies voor de Nederlandse muziekcultuur. “90 procent van de liedjes die hij zong waren in het Nederlands en hij was in staat om teksten van Lennaert Nijgh, Belinda Meuldijk en Jan Rot glans extra te geven”, zegt Spits. “Hij stond volkomen in dienst van het lied dat hij zong. Hij maakte het lied van zichzelf. Als hij een liedje zong werd het de definitieve versie, zo leek het.”

Spits kende De Nijs al heel lang persoonlijk. “Ik ben er heel verdrietig van. Het was een ontzettend aardige en voor mij ook altijd buitengewoon vriendelijke man, ook een persoonlijk groot verlies.”

Rob de Nijs stond ruim zestig jaar op het podium en verkocht honderdduizenden singles en albums:

Vorige maand ging Malle Babbe in première, een musical over zijn leven en zijn muziek waaraan hij zelf heeft meegewerkt. Productiebedrijf MediaLane laat weten dat alle medewerkers aan het project diep geraakt zijn door het nieuws. “Wij wensen de familie veel kracht en sterkte toe in deze moeilijke tijd.”

Zanger en acteur René van Kooten speelt in de musical de rol van De Nijs. Hij dankt de zanger en zijn vrouw Jet voor het vertrouwen dat ze hem hebben gegeven. “Het voelt alsof ik je een beetje heb mogen leren kennen, omdat ik in je leven, je verleden, heb mogen duiken het afgelopen jaar. Het is een verdrietige dag. Nederland verliest één van haar grootste zangers.”

Onvergetelijk

De Nijs overleed gisteren op 82-jarige leeftijd in het bijzijn van zijn naasten in zijn woning in Bennekom. Hij leed aan de ziekte van Parkinson. Het bericht van zijn overlijden verscheen vanmiddag op zijn Instagrampagina. Drie uur later waren al zo’n 8000 reacties geplaatst, van collega’s, van anderen uit de entertainmentwereld, maar ook van veel mensen die op enig moment in zijn lange carrière fan werden.

“Hij hoorde bij mijn leven, nadat ik als klein meisje een crush op hem had in ‘Hamelen'”schrijft eline806. “Zijn nummers, zijn stem, onvergetelijk. Een icoon. Ik zet een kaars voor mijn raam vannacht…. Dank je wel voor alles, prachtige Rob de Nijs.”

Zet een kaars voor je raam vannacht was een van de vele hits van De Nijs. Het nummer stond in 1976 zes weken in de Top 40, met een dertiende plaats als hoogste notering.

Respect voor zijn fans

Wil Luurs (61) runt al bijna tien jaar samen met anderen een Facebookpagina voor bewonderaars van Rob de Nijs. Fans delen ook daar hun verdriet. “Zijn muziek groeide met mij mee of ik met zijn muziek. Zijn muziek werd volwassen en ik ook.”

Luurs waardeerde De Nijs niet alleen vanwege zijn liedjes, maar ook omdat hij “zeer, zeer sociaal mens” was met veel respect voor zijn fans. Dat merkte ze bij het afscheidsconcert in 2022. Daar ontstond een wisselwerking tussen de zanger, de band en de fans die ze bij geen enkele andere artiest heeft ervaren, zegt ze.

Ook minister Bruins van Cultuur staat stil bij het overlijden van de geliefde artiest. “Malle Babbe zal voor altijd door cafés blijven schallen en Banger hart blijft ons raken. Net als de rest van zijn indrukwekkende nalatenschap”, schrijft hij op sociale media. “Rob de Nijs liet generaties opgroeien met zijn muziek. Een icoon van de Nederlandse muziekwereld. Veel sterkte voor zijn nabestaanden.”

Openheid over ziekte

De Nijs zette zich in voor de strijd tegen de ziekte die hem trof. Samen met lotgenoot Ernst Daniël Smid nam hij De muziek gaat altijd door op, waarmee ze aandacht vroegen voor de bestrijding van parkinson.

“Onze dank aan Rob is groot”, schrijft ParkinsonNL. “Voor zijn muziek, zijn strijd voor meer aandacht voor de ziekte van Parkinson en voor zijn openheid over wat de ziekte voor hem en zijn gezin betekende. Zo stak hij andere mensen met de ziekte een hart onder de riem.”

Door Haluk