De partij van de Hongaarse president Orbán dreigt de jaarlijkse Pride-mars in Boedpest te verbieden. De fractie in het Hongaarse parlement heeft een amendement op een wet over openbare bijeenkomsten ingediend dat het zo goed als zeker zal halen. Het amendement richt zich tegen manifestaties die schadelijk zijn voor kinderen. Manifestaties van lhbti’ers vallen daar voor de conservatief-christelijke, rechts-populistische Fidesz-partij ook onder.

Het parlement stemt er mogelijk morgen al over. De Pride-mars wordt doorgaans in de zomer gehouden. Als de organisatoren en deelnemers zich niet laten afschrikken en de mars toch lopen, kunnen ze een boete van maximaal 500 euro per persoon krijgen. Het voorstel regelt ook dat de politie gezichtsherkenningssoftware mag inzetten om deelnemers te identificeren.

De organisatoren zeggen dat de mars ook dit jaar zal doorgaan. Ze hebben de steun van de liberale burgemeester van Boedapest. “Boedapest zal iedereen beschermen die de moed heeft om op te komen voor hun eigenwaarde, om op te komen voor de gemeenschap, om op te komen voor vrijheid, voor de kracht van liefde”, schrijft hij op Facebook. “Pride zal er zijn! Misschien zelfs groter dan ooit..”

De Hongaarse versie van de Pride vindt al bijna dertig jaar plaats, tot ergernis van Orbán. Lhbti’ers zijn hem al jaren een doorn in het oog. Het land kreeg onder zijn regering een anti-lhbti-wet die het ‘promoten’ van homoseksualiteit en verandering van sekse onder minderjarigen verbiedt.

Door Haluk