De Duitse Bondsdag heeft ingestemd met het deels loslaten van de Schuldenbremse, oftewel de schuldenrem.

De omvang, de aanloop en de breuk met het verleden: het honderden miljarden grote schuldenpakket waartoe het Duitse parlement vandaag heeft besloten is op vele manieren ongekend. Duitsland laat zijn ‘schuldenobsessie’ los en kan onbeperkt in defensie investeren.

Vanwege uitdagingen van historische omvang, zo klonk het in het debat voorafgaand aan de stemming. Met enorme investeringen moet het land bovendien het stuwmeer aan achterstallig onderhoud van infrastructuur te lijf gaan.

Wat er is besloten

Tot nu toe was de regering gebonden aan een wettelijke rem op schulden, de overheid mocht grofweg niet meer geld uitgeven dan er binnenkwam via bijvoorbeeld belastingen. Duitsland was een hardliner binnen Europa en had de ‘schwarze Null’ hoog in het vaandel staan, ofwel: geen rode cijfers schrijven.

Met de grondwetswijziging van vandaag komt daar een uitzondering op voor uitgaven aan defensie en veiligheid. Een eerste bedrag (tot 1 procent van het bruto binnenlands product) moet meetellen in de begroting, om ervoor te zorgen dat in elk geval een deel gedekt is door inkomsten. Maar daarboven is er geen rem meer, en daarmee kan Duitsland in theorie zo veel lenen als het nodig acht. Ook hulp voor Oekraïne valt eronder. Het betekent een verdere breuk met het verleden, voor een land dat vanwege de geschiedenis lang terughoudend was met investeringen in defensie.

En dat is hard nodig, zo stellen CDU/CSU, de SPD en de Groenen. Ze verwijzen naar de Russische oorlog in Oekraïne, de bedreiging voor de rest van Europa die daarvan uitgaat en de al dan niet wegvallende cruciale militaire steun van de Amerikanen.

Signaal

Europa staat voor mogelijk de allergrootste veiligheidsuitdaging in zijn geschiedenis, aldus SPD-minister Pistorius van Defensie. “Daarom laat deze stemming zich niet uitstellen.” Bovendien moet dit een signaal zijn aan landen die Europa bedreigen.

Daarnaast komt er buiten de begroting een extra pot voor investeringen in infrastructuur en verduurzaming, gevuld met 500 miljard euro aan leningen. Dat geld moet de komende twaalf jaar naar onder meer wegen en het spoor, dat deels nog uit de jaren 60 en 70 stamt. Zo’n 5000 bruggen hebben reparaties nodig of moeten zelfs worden afgebroken en opnieuw gebouwd.

Waarom het omstreden is

Hoewel er brede steun is voor het idee om meer in veiligheid, defensie en infrastructuur te investeren, was het zeker niet vanzelfsprekend dat dit pakket er is gekomen. Niet alleen vanwege de draai op schuldengebied, maar ook vanwege de recente verkiezingsuitslag.

Zo is voor een wijziging van de grondwet, die hiervoor nodig is, een eenvoudige meerderheid in het parlement niet genoeg. In plaats daarvan is meer dan twee derde van de stemmen nodig. De christendemocraten en sociaaldemocraten, die samen de nieuwe regering willen vormen, hebben daarvoor opgeteld onvoldoende zetels. En sinds de verkiezingen van afgelopen maand zouden ook de Groenen ze niet meer aan een meerderheid kunnen helpen. Dat betekent dat er steun van de radicaal-rechtse AfD of van de uiterst linkse Linke nodig is.

Met hulp van de AfD deze grondwetswijziging doorvoeren, dat willen de andere partijen uit principe niet. En zakendoen met Die Linke is in dit geval lastig, omdat zij juist zeer kritisch zijn op investeringen in defensie.

En dus vond er een noodgreep plaats. In plaats van het nieuwe parlement hierover te laten beslissen, kwam het oude parlement vandaag in een buitengewone zitting bijeen om nog snel deze grondwetswijzingen erdoor te loodsen voordat de zetels volgende week herverdeeld worden. De AfD en Die Linke stapten naar het grondwettelijk hof, maar die wees hun klachten af: het oude parlement is volledig bevoegd tot het nieuwe plaatsneemt.

‘Kiezersbedrog’

Maar ook om politieke redenen was het een gevecht. Dat draaide grotendeels om Friedrich Merz, de leider van de christendemocraten en vermoedelijk nieuwe bondskanselier.

Toen de sociaaldemocraten en de Groenen in aanloop naar de verkiezingen voorstelden om in het landsbelang de schuldenrem te versoepelen, noemde Merz dat nog onverantwoord. Zijn partij voerde bovendien fel campagne tegen de Groenen, Merz gaf af op “groene en linkse idioten”.

Kort na de verkiezingen was hij toch voor het enorme schuldenpakket, met verwijzing naar de snel veranderde situatie in de wereld. Volgens Groenen-fractievoorzitter Haßelmann een slecht excuus: dat Europa meer op zichzelf is aangewezen voor verdediging was ook voor de verkiezingen al duidelijk.

Zij zal het Merz ook niet in dank hebben afgenomen dat hij, na alle harde woorden, de onmisbare steun van de Groenen voor lief leek te nemen. Zijn voorstel om de partij aan boord te halen, ontving ze in een voicemailbericht.

Uiteindelijk konden de Groenen nog aanzienlijke toezeggingen uitonderhandelen. Zo dwongen ze af dat 100 van de 500 miljard euro voor infrastructuur naar verduurzaming gaat. En dat niet alleen militaire uitgaven, maar ook investeringen voor cyberveiligheid, civiele bescherming bij aanvallen en rampen en de binnenlandse veiligheidsdienst onder de versoepeling van de schuldenrem vallen.

Door Haluk