Als het Nederlands elftal vanavond in de kwartfinale van de Nations League aantreedt tegen Spanje, is de kans groot dat het tegenover veel spelers van FC Barcelona staat. Dat klinkt logisch, maar het was jarenlang geen vanzelfsprekendheid.
De productieband van de befaamde jeugdacademie La Masia, die wereldtoppers als Lionel Messi, Andrés Iniesta, Xavi en vele anderen voortbracht, viel enkele jaren stil. In een periode die grofweg liep van 2010 tot 2020 haalde alleen Sergi Roberto vanuit de jeugd het eerste elftal.
Inmiddels spuwt La Masia weer in hoog tempo talenten uit, die de kern vormen van het eerste van Barcelona én het Spaanse elftal. In de selectie voor het duel met Oranje zitten zes spelers die hun opleiding bij de Catalaanse grootmacht genoten. En dan te bedenken dat Gavi (20), de geblesseerde Marc Casadó (21) en Alejandro Baldé (21) nog afvielen.
“Ik vind dat niet verbazingwekkend, want Barcelona heeft altijd een goede jeugd gehad”, zegt Regillio Simons. De voormalig FC Volendam-trainer is de vader van Oranje-international Xavi Simons, die liefst negen jaar in de jeugd van Barcelona speelde.
“Het is een opleiding die voor een groot deel gaat over creativiteit aan de bal. Dat gebeurt van jongs af aan; ze geven het de kleintjes al mee. Ze doen constant positiespelletjes, in allerlei vormen.”
Die specifieke manier van opleiden bracht jarenlang geweldige voetballers voort. De Spaanse ploeg die Nederland versloeg in de WK-finale van 2010 had zes spelers uit de Barcelona-opleiding in de basis staan. Maar in de jaren daarna zouden steeds minder Barça-spelers de wereldtop halen.
Slinkend perspectief voor de jeugd
“Dat heeft te maken met leiderschapswisselingen binnen de club, waardoor bepaalde figuren aan de macht kwamen die andere keuzes maakten”, zegt Simons. In de jaren tussen 2010 en 2020 werden veel spelers van buitenaf gekocht en slonk met iedere transfer het perspectief voor jeugdspelers.
“Ook als je daar van een afstand naar kijkt, zie je dat Barcelona toen allemaal jonge spelers uit bijvoorbeeld Colombia en Brazilië haalde. Dan wordt er duidelijk een andere lijn gevolgd en ontstaat er een soort trend. Jeugdspelers zien dat ook en gaan elders hun heil zoeken.”
Niet alleen Simons verliet de Barcelona-opleiding; ook toptalenten als Dani Olmo, Eric Garcia en Alejandro Grimaldo vertrokken naar andere clubs in de hoop daar door te breken in het profvoetbal.
Anderen bleven wel. Teamgenoten van Simons in jeugdploegen van Barcelona zoals Alejandro Baldé, Fermín López en Marc Casadó wachtten op hun kans en kregen die uiteindelijk. Met als gevolg dat zij anno 2025 Spaans international zijn.
Dat zij uiteindelijk hun doorbraak beleefden in het eerste elftal, is deels te danken aan de financiële malaise bij Barcelona, vertelt Edu Polo. Hij werkte jarenlang voor de Catalaanse sportkrant El Mundo Deportivo en was daarna persvoorlichter van Barcelona-trainer Xavi Hernández, die hij elke dag sprak.
“Er valt geen wiskundige formule te maken voor wanneer een talent doorbreekt”, zegt Polo. “Elke generatie talent is anders en elke coach is anders. Maar door de grote financiële problemen kan Barcelona niet veel doen op de transfermarkt en dan is La Masia de oplossing. En zoals we eigenlijk altijd hebben gezien in de clubgeschiedenis: het is de beste oplossing.”
Xavi was als Guardiola
Onder Ronald Koeman (Barcelona-trainer in 2020 en 2021) braken er al wel wat talenten door, maar pas onder Xavi ging de deur écht open, vertelt Polo. “Als trainer was Xavi eigenlijk zoals Pep Guardiola: erg overtuigd van de jeugdopleiding. Die deur zat jarenlang gewoon dicht. Het was erg moeilijk voor de jeugd om door te breken.”
Ook onder de huidige hoofdtrainer, de Duitser Hansi Flick, stromen er volop jeugdspelers door. De 21-jarige Casadó speelde zelfs Frenkie de Jong een tijd uit de basis. “Het is een combinatie van coach én situatie”, verwijst Polo naar de financiële problemen die Barcelona nog altijd teisteren.
Dat onderschrijft ook Simons. “Het ligt uiteindelijk altijd aan de trainer, want die moet de beslissing nemen om een jonge speler de kans te geven.”
Neefjes Toni en Guille Fernández
En de volgende lichting dient zich al aan, vertelt Polo. Hij ziet al een paar toekomstige internationals rondlopen in La Masia: “Je hebt nu de neefjes Toni en Guille Fernández, allebei pas zestien jaar. Dat zouden zomaar de volgende spelers kunnen zijn die het eerste halen.”