Er stond behoorlijk wat op het spel, met het teleurstellende slot van 2024, met een dieptepunt in München tegen Duitsland, met een gebrek aan progressie. Kwam de boodschap van de bondscoach nog wel over?

Vier maanden had Ronald Koeman zitten broeden op een plan voor de duels met Europees kampioen Spanje in de kwartfinales van de Nations League. Met een tactiekbord liep hij over het trainingsveld om het uit te leggen.

Het Nederlands elftal gaf met een sterk optreden tegen topland Spanje het antwoord. De door Koeman uitgedokterde tactiek werkte. Het was genieten zelfs, van een bij vlagen dominant Oranje, ondanks het 2-2 gelijkspel.

Dynamisch aanvalsspel

Oranje speelde dynamisch, met veel lopende mensen, met Jeremie Frimpong op rechts, met Cody Gakpo vanaf links en Justin Kluivert vanaf de plek achter spits Memphis Depay, en Tiijani Reijnders als vijfde wapen.

Daarachter was de bal steeds veilig bij regisseur Frenkie de Jong. De middenvelder van FC Barcelona bleef Oranje voortstuwen en onderstreepte dat hij weer terug is op het niveau van voor zijn blessureperiode.

En ook de achterhoedespelers Jorrel Hato, Virgil van Dijk, Jan Paul van Hecke en Lutsharel Geertruida droegen bij aan het aanvalsspel, bleven doordekken en aansluiten. Zo was het een harmonieus geheel.

En dat zonder de vanwege blessures afwezige Nathan Aké, Stefan de Vrij, Jerdy Schouten, Denzel Dumfries en Ryan Gravenberch en zonder de vanwege ziekte op het laatste moment afgehaakte Jurrïën Timber.

Dat Spanje het balletje goed kan laten rondgaan, is bekend, maar dit Nederlands elftal toonde zich in De Kuip net zo zorgvuldig en kundig aan de bal. Oranje liet zich niet wegspelen en drukte Spanje soms ver terug.

Dat was de grote winst van de avond: dat het Nederlands elftal met technisch spel, vol intensiteit in staat was een topland in problemen te brengen. Oranje was bij vlagen zoals we van Spanje gewend zijn.

In zijn eerste termijn als bondscoach kwam Koeman na een hoopgevende vertoning tegen Frankrijk in Parijs tot de conclusie dat Nederland zich weer kon meten met de toplanden, ondanks een 2-1 nederlaag.

Op weg naar ideale elftal?

Het was de periode dat een vaste formatie ontstond, een goed draaiend elftal dat hij nog steeds kan dromen, zo verklaarde de bondscoach deze week. Zeges op toplanden volgden, op Duitsland en Frankrijk onder meer.

Heeft Koeman nu ook zijn ideale elftal gevonden? Dat is de vraag. Het is zelfs de vraag of dat ideale elftal überhaupt nog gaat komen, of er in deze periode een elftal gaat komen dat Koeman jaren later nog kan dromen.

De kracht van deze veelzijdige groep zit misschien juist in de variatiemogelijkheden. Uitblinker Frimpong toonde zich tegen Spanje de perfecte rechtsbuiten, maar niet toevallig was dat met een back als Geertruida achter zich.

Met Dumfries terug als rechtsback kan Koeman weer anders kiezen. Dan heeft Oranje weer meer behoefte aan een rechtsbuiten die aan de binnenkant blijft, om ruimte te maken voor de opstomende Dumfries.

Zo zijn er meer voorbeelden. Kluivert speelde als nummer tien tegen Spanje een uitstekende wedstrijd, toonde zich met zijn diepgang de ideale man voor deze gelegenheid.

Met Xavi Simons, Tijjani Reijnders en Teun Koopmeiners heeft Koeman echter voldoende alternatieven die die positie in goeden doen ook uitstekend kunnen invullen. Dus nee, een ideaal elftal is het niet en dat hoeft ook niet per se.

Dat Nederland een selectie heeft die zich kan meten met de beste van de wereld werd in Rotterdam duidelijk. Dat voelde als een overwinning. Daarmee kan Koeman verder. Het smaakt naar meer.

Een echte overwinning zondag in Valencia zou een mooi vervolg zijn, maar een nieuwe bevestiging van de potentie van dit Oranje is net zo welkom.

Door Haluk