Als de ijshockeyers van Nijmegen Devils en Eindhoven Kemphanen vanaf vanavond in een best-of-five serie om het kampioenschap van Nederland gaan strijden, doen ze dat voor volle tribunes.

IJshockey leeft in Nederland. “Met elkaar kletsen in het bruine café is een beetje uit, mensen zoeken naar beleving”, zegt Kemphanen-voorzitter Tom van Doorne. “De mensen willen een avondje uit. Dat bieden wij.”

Twee jaar geleden vonden volgens IJshockey Nederland 47.061 toeschouwers hun weg naar de eredivisie, dit seizoen zijn dat er 78.778. Een flinke groei.

Opmerkelijk, die spectaculaire stijging, aangezien de eredivisie niet eens het hoogste ijshockeyniveau in Nederland is. Tien jaar geleden nam Tilburg Trappers, bij gebrek aan tegenstand, de wijk naar de Duitse competitie. HIJS Hokij (Den Haag), Eaters (Geleen) en Flyers (Heerenveen) komen uit in de Central European Hockey League, samen met clubs uit Duitsland en België. Daarna komt pas de eredivisie.

“Eigenlijk moet je zeven jaar terug”, zegt Van Doorne. Nadat Tilburg naar Duitsland was vertrokken, deed een aantal clubs bewust een stap terug om het fundament te leggen voor wat nu steeds meer een stabiele competitie aan het worden is.

“In die tijd zat er paar honderd man, vaders, moeders, vriendjes, vriendinnetjes. In een hal waar er tweeduizend in pasten.”

Geleidelijk hebben de eredivisieclubs het beeld van lege tribunes weten te veranderen. Door soms gewoon ouderwets reclame te maken op bij jongeren populaire radiostations. Maar vooral door social media in te zetten. Van Doorne: “Onze gave sport is ideaal voor spectaculaire content.”

Spotgoedkoop

Bij Amsterdam Tigers kwamen ze op het idee spotgoedkope kaartjes aan te bieden op online veilingplatformen. “We zijn gaan focussen op de niet-kenners”, zegt voorzitter Jeroen Kwist van de club die in de halve finales werd uitgeschakeld door Nijmegen.

“Er zat voor ons geen winstmodel bij, maar zo konden we het ijshockey wel introduceren bij een nieuw publiek. Dat is gekomen en blijven komen. Zes jaar terug zaten er gemiddeld 300 toeschouwers, nu 1.100, met uitschieters naar 1.700.”

Ook de coronapandemie heeft een belangrijke rol gespeeld, menen beide voorzitters. “Door corona zijn mensen veranderd, ze zoeken naar instant pleasure”, zegt Van Doorne. “Ze willen meer dingen ondernemen”, vult Kwist aan.

De eredivisieclubs proberen in die behoefte te voorzien. Kwist: “Goede muziek, mascottes, spelletjes met publiek, we bouwen er een heel evenement omheen. Is het product op het ijs goed, dan ga je groeien.”

Dat de populariteit van de sport toeneemt, merken de clubs ook aan de ledenaantallen. Van Doorne: “Het aantal leden van onze ijshockeyschool, kinderen van 4 tot 8 jaar, is in korte tijd bijna verdubbeld naar ruim 60. En uit het niets hebben we in twee jaar tijd twee volwaardige vrouwenteams weten op te zetten.”

Oppassen voor voetbalsupporters

Er zijn eredivisieclubs die merken dat het succes ook een ander soort publiek aantrekt. Zoals in Nijmegen, waar eind vorig jaar bij een wedstrijd tegen Den Bosch vechtpartijen op de tribune ontstonden, door toedoen van supporters van voetbalclub NEC.

“Zie je op de tribune iemand met het shirt van een voetbalclub uit die stad, dan werkt dat meteen verstorend”, beaamt Van Doorne, “Want je wil dat iedereen door elkaar kan zitten en gewoon onbekommerd kan juichen. Dat is de sfeer die we willen uitstralen.”

“De bond heeft ons gevraagd om een veiligheidsplan op te stellen en tijdens de play-offs supporters gescheiden te houden van elkaar, waarbij we een beveiligingsbedrijf inschakelen. Daar zijn we het volledig mee eens. Als je groeit, zijn dit de groeistuipen waar je mee te maken krijgt.”

Rest de vraag wat de status van de aanstaande kampioen van de eredivisie is. Daar heeft Amsterdam-voorzitter Kwist wel een mening over: “Ben je Nederlands kampioen? Ja, want dit is de enige Nederlandse competitie. Maar er zijn betere teams in Nederland, dat is een feit.”

“Hopelijk komen we op een dag weer bij elkaar in een mooie grote Nederlandse competitie. Maar daar kunnen we pas naar kijken als we een stabiele competitie hebben en die zijn we aan het bouwen.”

Door Haluk