Als een fles champagne die eerst jarenlang moet staan voor hij ontkurkt mag worden. Maar als de kurk eenmaal van de fles is, dan stopt het niet meer. Zo zou je Milaan-Sanremo, het eerste wielermonument van het jaar, kunnen omschrijven.
Mathieu van der Poel, diep weggedoken in een warme jas in de frisse startplaats Pavia, begrijpt de vergelijking. “Het eerste deel is natuurlijk een beetje verplichte kost. Maar na de afdaling van de Turchino wordt het echt een iconische wedstrijd. Het gebeurt allemaal in die laatste 25 kilometer. Er zijn zoveel mogelijke winnaars en het is meestal spannend tot aan de finish. Maar het is wel een monument, hè?”
Twee jaar geleden wist Van der Poel, na de benen te hebben warmgedraaid in Tirreno-Adriatico, te winnen op de Via Roma in Sanremo, na een verschroeiende aanval in de laatste meters van de Poggio.
Vorig jaar was ‘La Primavera’ zijn eerste koers en was hij de enige die Tadej Pogacar kon volgen, maar in de afdaling hield hij de benen stil. Ploeggenoot Jasper Philipsen mocht winnen.
Dit jaar koos Van der Poel weer voor de Italiaanse rittenkoers als voorbereiding. “Ik heb meestal het gevoel dat ik beter ben als ik die competitie in de benen heb. Vorig jaar was ik niet slecht, maar dat laatste procentje dat je nodig hebt om te winnen had ik niet. En dat hoop ik morgen wel te hebben.”
In de hectische slotfase zullen alle ogen opnieuw gericht zijn op Pogacar, de man die de wereldtitel overnam van Van der Poel. De Sloveen won nog nooit in Sanremo.
Aanval op de Cipressa?
Hij doet er alles aan om de koers naar zijn hand te zetten. Daarbij wil hij liefst zijn kansen spreiden en niet alle kaarten te zetten op de Poggio, de explosieve slotklim met zijn gevaarlijke afdaling.
Net als vorig jaar reed Pogacar op een training op de Cipressa in een recordtijd naar de top. En deze week nog stak hij zijn licht op bij Niccolò Bonifazio, de man die in 2019 de wielerwereld versteld deed staat met een fenomenale afdaling van die Cipressa.
Filippo Ganna, de voornaamste Italiaanse troef voor de zege, windt er geen doekjes om. Op de vraag of de beklimming of juist de afdaling van de Poggio bepalend gaat zijn voor de uitkomst, is zijn antwoord: “De Cipressa”.
Maar zelfs als Pogacar een gat weet te slaan op de Cipressa, dan zijn het nog 20 glooiende kilometers tot aan de voet van de Poggio. En zelfs met de voorspelde rugwind is het vrijwel niemand gegeven om de jagende achtervolgers voor te blijven.
Wonden nog niet geheeld
Zeker niet als je twee weken geleden met 70 kilometer per uur uit de bocht bent gevlogen, om na een salto in de braamstruiken te belanden. “De eerste paar dagen na die val in Strade Bianche was het pijnlijk”, vertelt Pogacar. “Maar dat is al bijna twee weken geleden, al zijn nog niet alle wonden geheeld. Ik heb er geen last meer van.”
Ondanks zijn wonden zette Pogacar Strade Bianche naar zijn hand. En dat wil hij in Sanremo ook.
Als iemand daartoe in staat is, dan is het de 27-jarige Sloveen wel. Zijn bingokaart met gewonnen koersen vertoont steeds minder lege plekken. Van al die koersen is Milaan-Sanremo misschien wel de moeilijkste voor hem om te winnen, moeilijker wellicht zelfs dan Parijs-Roubaix.
“De code is moeilijk te kraken”, vindt Pogacar. “De koers is lang en onvoorspelbaar, omdat het niet heel moeilijk is. Maar na vijf uur op de fiets kunnen je benen heel slecht aanvoelen, ongeacht of je nu traag of juist supersnel bent gegaan.”
Regen en kou
Ganna tekent ervoor om met Pogacar te sprinten op de Via Roma. En dat geldt ook voor Mads Pedersen. In regen en kou komt de Deen altijd bovendrijven. Zo werd hij in 2019 wereldkampioen in Yorkshire.
En zo hoopt hij ook Milaan-Sanremo te winnen. De weersvoorspellingen zijn in zijn voordeel. “Ik hoop dat het regent”, zegt hij met een brede glimlach. “Dan wordt het een prachtige dag”
Net als Ganna imponeerde Pedersen de laatste weken bergop. Maar of dat genoeg zal zijn om Pogacar te kunnen volgen? “Ik weet niet of iemand Pogacar kan volgen als hij gaat. We kunnen er nu lang en breed over praten, maar het antwoord krijg je morgen pas.”
Bekijk hieronder de voorbeschouwing met Olav Kooij en Rick Pluimers, twee rappe Nederlanders die een gooi kunnen doen naar een ereplaats.
Taco van der Hoorn werd op het laatste moment ingevlogen van de kasseien in Denain en zal ongetwijfeld mikken op de vroege vlucht. En Danny van Poppel zal proberen zijn kopmannen zo goed mogelijk te positioneren.