De 116de editie van Milaan-San Remo, het eerste wielermonument van het seizoen, is voor de tweede keer gewonnen door Mathieu van der Poel. De renner van Alpecin-Deceuninck, in 2023 ook al de beste in La Primavera, troefde na 289 kilometer koers en een enerverende finale zijn medevluchters Filippo Ganna en Tadej Pogacar af in de sprint.
Van der Poel, Pogacar en Ganna waren met z’n drieën ontsnapt op de Cipressa, de voorlaatste klim van Milaan-Sanremo. Op de Poggio, de laatste beklimming, moest Ganna passen toen Pogacar aanzette.
Van der Poel kon wel mee en het leek er lang op dat de twee favorieten zouden gaan strijden om de winst. Maar in de slotkilometers kwam tijdritspecialist Ganna toch nog terug. In de sprint was Van der Poel de Italiaan en de Sloveense wereldkampioen de baas.
Het peloton gaf kort na de start alle ruimte aan acht renners, die blijkbaar heil zagen in een vroege ontsnapping. Uiteraard een kansloze missie. De voorsprong bleef beperkt tot hooguit zes minuten, zodat de meute niet al te veel inspanningen hoefde te doen om de vlucht weer teniet te doen.
Op de derde van de zogeheten capi, de Capo Berta op 40 kilometer van de finish, spatte de kopgroep uiteen. Martin Marcellusi bereikte als eerste de top en vervolgde, met een voorsprong van 1.20 op het peloton, solo zijn weg.
De dappere Italiaan reed de longen uit zijn lijf en begon op het nippertje als eerste aan de beklimming van de Cipressa, een klus van 5,5 kilometer lang à 4,1 procent en net na de helft een steilste stuk van 9 procent. Jasper Philipsen, de winnaar van vorig jaar maar afgelopen woensdag hard gevallen in Nokere Koerse, moest de favorieten laten gaan.
Pogacar laat zich zien
Net voor de moeilijkste strook zette niemand minder dan Pogacar aan. Slechts Van der Poel en Ganna hadden een antwoord, al was het voor de Italiaan hangen en wurgen geblazen toen Pogacar nog eens versnelde.
De drie renners, op voorhand al genoemd als de topfavorieten voor de zege, gingen met een marge van een halve minuut op de achtervolgers de afdaling in. Eenmaal beneden was de voorsprong gegroeid tot 45 seconden en gingen Van der Poel, Pogacar en Ganna vol gas richting de Poggio, het laatste obstakel van de dag.
Al snel werd duidelijk dat de winnaar van La Primavera gezocht moest worden bij het leidende drietal. De achtervolgende groep was groot genoeg, maar kwam ondanks gebundelde krachten geen steek dichterbij.
Verrassingsaanval
Een kleine tien kilometer van de finish volgde de Poggio, een klim van 3,7 kilometer à 3,7 procent en met een steilste strook van 8 procent op een kilometer van de top. En weer gaf Pogacar extra gas. Dat dreigde Ganna de kop te kosten, maar Van der Poel, de winnaar van vorig jaar, hield het wiel van de wereldkampioen.
Bij een tweede Sloveense versnelling moest ook VDP een gaatje laten, maar een scherpe bocht redde hem. Drie keer is scheepsrecht, moet Pogacar gedacht hebben, maar Van der Poel had daar geen boodschap aan, hield aansluiting en deed vervolgens zelf een verrassingsaanval. Eveneens tevergeefs.
In de afdaling deed tijdritspecialist Ganna verwoede pogingen terug bij het leidende duo te komen. En met succes. Met zijn drieën streden ze om de winst. Van der Poel ging op de Via Roma van ver aan en dat bleek een juiste keuze.