Zowel in Marokko als Nederland is er een hernieuwde interesse in het Tamazight, de oorspronkelijke taal van Noord-Afrika. Deze week verschijnt een woordenboek van het Tashelhiyt, een van de talen binnen het Tamazight, die in het zuiden van Marokko wordt gesproken. Het is samengesteld door de Nederlandse taalkundige Harry Stroomer en is één van de meest uitgebreide naslagwerken over een Amazightaal.
Het werk van Stroomer bestaat uit vier delen, telt 3000 pagina’s en is het resultaat van veertig jaar onderzoek. Hij heeft de woorden in het Frans vertaald, niet naar het Nederlands, met het oog op de afzet: “Ik heb gekozen voor het Frans omdat het in principe bedoeld is voor de Marokkaanse markt. Daar is Frans de nationale taal naast het Arabisch en Berbers.”
In Marokko worden drie Amazigh-talen gesproken: Tarifit in het Rifgebied in het noorden, Atlas-Tamzight in het midden van het land en dus Tashelhiyt in het zuiden. De laatste is de grootste, met tussen de 8 en 10 miljoen sprekers wereldwijd. Stroomer schat dat in Nederland ongeveer 75.000 mensen deze taal beheersen.
De Amazightaal die in Nederland het meest wordt gesproken is Tarifit, met naar schatting tussen de 270.000 en 300.000 sprekers. Na Nederlands en Turks is het daarmee de derde taal van Nederland.
De gevangenis in
De herwaardering van de Amazightalen in Marokko heeft het werk voor taalonderzoekers als Stroomer veel makkelijker gemaakt. Sinds 2011 wordt het Tamazight in het land erkend als officiële taal. In 2001 is er al een instituut opgericht voor de studie en het behoud van de Amazigh-cultuur.
Dit ging niet zonder slag of stoot. In de tweede helft van de vorige eeuw was het spreken van deze talen problematisch in heel Noord-Afrika. Amazigh-deskundige Mohamed Saadouni van de Universiteit van Amsterdam noemt Libië als extreem voorbeeld. “Toen dictator Khadafi daar aan de macht was, kon je zomaar de gevangenis in verdwijnen als je in het openbaar Tamazight sprak.”
Na de dekolonisatie in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw gebeurde er in Marokko op het gebied van taal en cultuur ongeveer hetzelfde als in de rest van Noord-Afrika. Het Arabisch nationalisme werd de dominante stroming. Arabisch, de taal van de islam, werd de standaardtaal, en het spreken van het Tamazight werd tegengegaan.
Lichte jaloezie
Taalkundige Khalid Mourigh van de Universiteit van Leiden is blij met het verschijnen van het woordenboek, maar kijkt er ook naar met lichte professionele jaloezie. Zijn onderzoek richt zich op het Tarifit, en hij zou graag zien dat er een woordenboek komt van de taal die in Nederland bij de meeste Marokkaanse gezinnen thuis wordt gesproken.
“In Marokko is Tarifit vooral een regionale taal, je kunt het vergelijken met het Fries in Nederland. Maar in Nederland kan je met bijna elke Marokkaanse Nederlander wel iets van Riffijns praten. Omdat er een grote diaspora is van Riffijnen in West-Europa is het Tarifit vooral een internationale taal geworden,” vertelt Mourigh.
Ook Saadouni is positief over het woordenboek: “Het is omvangrijk werk. Niet alleen wordt er een betekenis aan woorden gegeven, maar je krijgt ook uitleg in welke context ze worden gebruikt.” Zelf groeide hij op in Marokko en het Tashelhyit is zijn moedertaal. “Ik ben echt blij met dit werk.”
Kwestie van rechtvaardigheid
In Marokko wordt het woordenboek van Stroomer door activisten en academici gezien als een steun in de rug bij het behoud van de oorspronkelijke talen.
Amazigh-deskundige van de Mohamed V Universiteit in Rabat, Mustafa Qadery, denkt dat er nog veel te verbeteren valt. Vooral bij het aanbieden van onderwijs in het Tamazight ziet hij dat sommige mensen worstelen met een identiteitscrisis. “Er is nog veel weerstand in het systeem. Sommige Marokkanen beschouwen zichzelf meer als Arabier dan Marokkaan,” zegt Qadery.
Wat het Tamazight in zijn ogen nog specialer maakt, is het feit dat het na duizenden jaren nog steeds wordt gesproken. “Het Tamazight bestaat al tientallen eeuwen. Het oude Grieks bestaat niet meer, maar Tamazight wel, ondanks alle tegenwerking.”
Stroomer vindt het verschijnen van zijn woordenboek dan ook niet alleen belangrijk voor de internationale studie naar Amazigh-talen: “Mensen willen weten waar ze vandaan komen en het recht hebben om hun eigen taal te spreken. Het is een kwestie van rechtvaardigheid dat je mensen in hun waarde laat en dat ze een bepaalde taal mogen spreken.