Bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking hebben directe gevolgen voor de kindersterfte wereldwijd. Dat zegt Unicef. Het aantal kinderen dat wereldwijd overlijdt voor hun vijfde verjaardag is voor het tweede jaar op rij gedaald, maar Unicef waarschuwt dat de ingezette trend wordt bedreigd door wereldwijde bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking.
De VN-hulporganisatie voor kinderen denkt dat het aantal sterfgevallen en doodgeboortes de komende jaren kan stagneren of zelfs weer gaan stijgen. “Door bezuinigingen sluiten klinieken hun deuren, worden gezondheidswerkers ontslagen en worden levensreddende vaccinatieprogramma’s stilgelegd”, zegt Suzanne Laszlo, directeur van Unicef Nederland. “Elke bezuiniging nu betekent een verloren kinderleven morgen.”
In 2023 stierven er 4,8 miljoen kinderen onder de vijf jaar. Een jaar eerder waren dat er 4,9 miljoen. Volgens Unicef is de kindersterfte meer dan gehalveerd sinds 2000. In dat jaar overleden bijna 10 miljoen kinderen. De afname wordt toegeschreven aan “jarenlange investeringen in de gezondheidszorg”.
Oproep
Met vaccins, voeding en schoon drinkwater zijn veel kinderdoden te voorkomen, zegt Unicef. Daarom worden regeringen wereldwijd opgeroepen om te blijven investeren in de levens van kinderen. “Als er niet onmiddellijk wordt ingegrepen, verliezen miljoenen kinderen straks hun leven aan oorzaken die eenvoudig voorkomen kunnen worden”, zegt Laszlo.
Onder meer de Amerikaanse regering, onder leiding van president Trump, wil bijna alle ontwikkelingshulp afschaffen. Ook het Nederlandse kabinet heeft een bezuiniging van 2,4 miljard euro aangekondigd op ontwikkelingshulp. Op Unicef wordt zo’n 50 procent gekort.