Door de Vlaamse heuvels fietste vandaag “een monster” en Mads Pedersen heeft ‘m gezien. Voor het laatst zo’n 40 kilometer voor de finish van de E3 Saxo Classic. Dat was waar Mathieu van der Poel begon aan zijn solo, die ondanks een moordend koerstempo, een bijna-val en een spugende toeschouwer slaagde. “Het was afzien”, zei de winnaar.
“Hij ging op de Kwaremont. Ik kon op een gegeven moment zijn wiel gewoon niet meer houden”, vertelde Pedersen met ontzag. “Verslagen worden door een monster, dat is oké.”
Het monster Van der Poel had er zin in vandaag, kondigde hij vanochtend bij de start in Harelbeke al aan. Als de benen goed voelden, zei hij tegen Belgische media, zou eens even flink gaan huishouden op de 209 kilometer lange kronkelwegen door Vlaanderen. En dat hebben de concurrenten geweten, helemaal nadat ze Van der Poel ook nog onbedoeld hadden geprikkeld.
‘Op scherp gezet’
Door een valpartij vroeg in de koers brak het peloton in tweeën, waardoor Van der Poel met favorieten Pedersen, Filippo Ganna en Wout van Aert een achterstand van drie minuten opliep.
“We zaten in het begin achter een valpartij en sommige ploegen vonden het nodig om daar gebruik van te maken. Dat is niet de bedoeling”, beklaagde Van der Poel zich. “Dat heeft me wel op scherp gezet.” Dylan van Baarle omschreef de openingsfase als “een grote puinbak”. Daarna keerde de rust ook niet meer terug.
“Dit is een van de lastigste wedstrijden van het seizoen. Zeker met de manier waarop er gekoerst werd”, zei Van der Poel. “Door die valpartij was het de hele dag koers.” De eerste helft van de race lag het gemiddelde op 48 kilometer per uur.
Op 100 kilometer van de finish, nadat Van der Poel zijn “hele ploeg had gebruikt om terug te keren”, kwam alles weer samen bij het begin van de heuvelzones. Op de eerste echte test, de Taaienberg, ging Pedersen ervandoor.
“Hij was zelf ook redelijk indrukwekkend”, zei Van der Poel over Pedersen. Maar: “Op de Kwaremont heb ik mijn ding gedaan. Door al het werk dat mijn ploeggenoten hadden gedaan, wilde ik heel graag winnen.”
In volle vaart stoof Van der Poel de kasseien op die volgende week in de Ronde van Vlaanderen ook een cruciale rol kunnen gaan spelen. Solo fietste hij langs het speciaal voor de Ronde al opgebouwde VIP-paviljoen waar het op 6 april rijen dik staat. Daar liet Van der Poel vanmiddag 40 kilometer voor de finish zijn medevluchters achter. In Harelbeke zag hij ze pas weer terug.
Toch ging het bijna mis, toen door regenval zijn achterwiel plots weg slipte op een glibberige rotonde. “Dat scheelde niet veel. Het werd ineens glad op sommige plaatsen. Maar je probeert het gat zo groot mogelijk te maken dus je moet wel hard door de bochten gaan. Daar had ik een gelukje.”
Een andere hindernis lag voor Van der Poel op de oplopende Karnemelkbeekstraat, waar een boze toeschouwer langs de kant hem bespuugde. “Dat heb ik niet gemerkt. Niks van meegekregen”, zei Van der Poel. “Dat zijn mensen die beter niet naar de koers kunnen komen kijken. Maar ik kan daar niets aan veranderen.”
Een klodder spuug vloog vorig jaar in de Ronde van Vlaanderen ook al richting de Nederlander. “Helaas wel”, was Van der Poel kort.
Toch leken de vele Vlaamse wielerfans in de regen Van der Poel vooral te bewonderen. Volgende week zondag zien ze Van der Poel weer terug, als hij voor de vierde keer in zijn carrière de Ronde van Vlaanderen wil winnen en recordwinnaar kan worden.
Is dat extra motivatie voor volgende week? “Niet per se die vierde, maar in de Ronde wil ik altijd pieken. En ik zal zeker een goede vorm moeten hebben om Pogacar te kloppen.”