De Syrische president al-Sharaa heeft de leden van zijn nieuwe overgangsregering bekendgemaakt. “De vorming van een nieuwe regering is een blijk van onze gezamenlijke wil om een nieuwe staat te bouwen”, zei al-Sharaa in een toespraak. Het kabinet moet het land leiden gedurende een vijf jaar lange overgangsfase.
Het kabinet, dat uit 23 leden bestaat, moet de stabiliteit in het door oorlog verscheurde land herstellen. Al-Sharaa blijft zelf aan het hoofd staan van de regering.
De regering krijgt één vrouwelijke minister, schrijft persbureau Reuters. Het gaat om de christelijke Hind Kabawat, die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder haar hoede krijgt. Kabawat was een felle tegenstander van de verdreven dictator Bashar al Assad en zette zich in voor vrouwenrechten.
Yarub Badr, een alawiet, is benoemd tot minister van Transport. Amgad Badr, die tot de Druzengemeenschap behoort, zal het ministerie van Landbouw gaan leiden. De huidige ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken – die gelden als getrouwen van al-Sharaa – houden hun posten in de nieuwe regering.
Grondwet
Anas Khattab, ook een naaste van de interim-president, wordt minister van Binnenlandse Zaken. De regering krijgt geen premier, wat betekent dat Al-Sharaa de regering de komende jaren zelf zal leiden.
Eerder deze maand presenteerden de machthebbers al een tijdelijke grondwet, waarin onder meer vrijheid van meningsuiting en politieke rechten voor vrouwen stonden vastgelegd. De tijdelijke grondwet blijft vijf jaar van kracht, waarna verkiezingen moeten worden gehouden. In de grondwet staat dat het islamitische recht de belangrijkste bron moet zijn van alle wetgeving, zoals ook gold in de oude grondwet.
Sektarisch geweld
Al-Sharaa, de leider van rebellengroep HTS, werd afgelopen januari benoemd tot interim-president van Syrië. Als leider van HTS was hij in feite al de machthebber van het land, nadat zijn groep het regime van Assad ten val had gebracht. De internationale gemeenschap drong sinds de machtsovername aan op het vormen van een regering waarin minderheden zijn vertegenwoordigd.
De druk nam toe door geweldsuitbarstingen in het westen van Syrië. Volgens ooggetuigen hebben milities die verbonden zijn aan het regime zich op grote schaal schuldig gemaakt aan moordpartijen. De gemelde slachtoffers waren alawieten, de minderheid waartoe ook Assad behoort.
De benoeming van leden van minderheidsgroepen zou neer kunnen komen op een boodschap aan Westerse landen. Sharaa presenteerde zich na zijn aantreden als gematigd en tolerant, in de hoop dat westerse landen de sancties tegen Syrië zouden terugschroeven. Die waren ingesteld vanwege de onderdrukking van de Syrische bevolking door het Assad-regime.