“Niemand helpt ons. Niemand”, roept Ko Nyan verbolgen via een slechte telefoonverbinding. Hij woont in Amarapura, een buitenwijk van de door de aardbeving zwaar getroffen stad Mandalay. Ko en zijn familie hebben de aardbeving van vrijdag overleefd. Toevallig, omdat ze buiten waren toen de aarde in Myanmar hevig begon te schudden.
“Maar ik ben niet thuis. Ons huis is niet meer veilig. 85 procent van de huizen in de stad is kapot”, zegt hij. Op tv-beelden is te zien dat reddingswerkers in de stad mensen van onder het puin proberen te halen. Maar die hebben Amarapura volgens Ko Nyan nog niet bereikt. “De overheid werkt niet.”
Na ruim vier jaar burgeroorlog is Myanmar in veel opzichten verwoest. Gebouwen en wegen die zijn gebombardeerd, een samenleving met 3,5 miljoen binnenlandse vluchtelingen en een economie die altijd al fragiel was. Volgens experts is het militaire regime daardoor totaal niet uitgerust om een ramp van deze omvang aan te pakken. En dan spreken we niet eens over het feit dat het militaire regime maar 30 tot 35 procent van het land controleert.
Hulp van bevriende landen
Myanmar wil normaliter geen bemoeienis vanuit het buitenland, maar in dit zeldzame geval heeft het leger om internationale hulp gevraagd. Tot nu toe zijn alleen bevriende landen toegelaten. China heeft een team van 37 medische reddingswerkers gestuurd. Thailand vliegt militairen in om te helpen bergen. India stuurde tonnen aan voedsel, slaapzakken, tenten en andere hulpgoederen.
Ook Singapore en Japan hebben hulp toegezegd. Maar internationale hulporganisaties tasten nog af wat er mogelijk is. Uit een belronde van de NOS blijkt dat veel hulporganisaties de situatie erg complex vinden. De wil om te helpen is er wel, maar het leger probeert de touwtjes strak in handen te houden. En dat alles in een land dat nog in burgeroorlog is.
Maar de tekorten spelen nu. “We hebben water, voedsel en medicijnen nodig”, zegt Ko. “De situatie is echt verschrikkelijk.” Er worden zo’n 1700 doden gemeld, maar alles wijst erop dat het er veel meer zijn. Volgens het onafhankelijke nieuwsmedium Myanmar Now zijn crematoria overbelast. “Gisteren hebben we 300 mensen gecremeerd. Vandaag al 200”, meldde een anonieme bron aan het medium.
Journalisten in de rij
Journalisten zouden heel graag met eigen ogen willen zien wat de omvang van de ramp is. Maar het Myanmarese regime heeft bijna nooit pottenkijkers geduld, of er nu oorlog, vrede of een natuurramp was.
In de Thaise hoofdstad Bangkok bellen en appen journalisten elkaar suf met vragen over de mogelijkheid om Myanmar binnen te kunnen. Ze sluiten aan in de rij bij de Myanmarese ambassade voor een visumaanvraag, waarvan iedereen vermoedt dat die waarschijnlijk wordt afgewezen.
En ondertussen lijkt de burgeroorlog nog altijd door te woeden. De grootste verzetsgroep die uit de coup in 2021 is ontstaan heeft een staakt-het-vuren afgekondigd van twee weken. Maar volgens de BBC heeft het leger meerdere luchtaanvallen uitgevoerd waarbij doden zijn gevallen. Ná de aardbeving.
“Ze zijn het leger, ze hebben wapens, ze vechten”, zegt de nog altijd verbolgen Ko Nyan. “Ze houden zich alleen maar met de burgeroorlog bezig.”