Minister Faber weigert excuses te maken voor het niet tekenen van vijf lintjesvoordrachten en ze legt zich erbij neer dat premier Schoof wel bereid is om die te accorderen. “Ik zal met er niet tegen verzetten”, zei ze in het Vragenuur in de Tweede Kamer. “Het kabinet spreekt met één mond en de kwestie is daarmee wat mij betreft afgedaan.”
Gisteren werd duidelijk dat Schoof en minister Uitermark (Binnenlandse Zaken) bereid zijn om de voordrachten voor de koninklijke onderscheidingen aan vijf oud-vrijwilligers van het COA te tekenen, nadat Faber dat had geweigerd. “Om de goede werking van het decoratiestelsel te waarborgen”, was daarbij de uitleg van Schoofs ministerie.
Afgelopen weekend kwam naar buiten dat Faber de voordrachten niet ziet zitten, omdat ze vindt dat het werk van de vrijwilligers (helpen bij de opvang van asielzoekers) “haaks staat op haar beleid”.
Het COA voert in opdracht van Fabers ministerie de wettelijke taak uit om onderdak te bieden aan asielzoekers. Dat is de reden dat de minister van Asiel en Migratie was gevraagd om de voordrachten te ondertekenen.
Geen stempelmachines
Faber zegt nu in de Tweede Kamer dat ze een signaal wilde geven dat de “aanhoudende asielstroom moet worden gekeerd” door haar handtekening niet te zetten. “Ik sta daar nog steeds achter. Ministers zijn geen stempelmachines. Als ik iets niet wil tekenen dan teken ik niet.”
Oppositiepartijen stelden in het debat dat hiermee de eenheid van kabinetsbeleid op het spel staat. “Die is met deze opstelling failliet”, zei Klaver van GroenLinks-PvdA. Bontenbal van het CDA zei dat op deze manier de “vertrouwensvraag” op tafel komt. “Hoe denken ze dat ze met één mond spreken?”, vroeg ChristenUnie-Kamerlid Bikker zich af.
De ongebruikelijke opstelling van de PVV-minister leidde de afgelopen dagen tot sterk afwijzende reacties, ook bij de coalitiepartners VVD, NSC en BBB. Net als veel oppositiepartijen vinden ze dat Faber het toekennen van onderscheidingen onnodig politiek maakt. PVV-leider Wilders daarentegen gaf Faber op X “groot gelijk”.
Gerichte argumenten
Of iemand in aanmerking komt voor een lintje wordt bepaald door het zogeheten Kapittel voor de Civiele Orden. Daar gaat een lang traject aan vooraf. Als burgers vinden dat iemand een onderscheiding moet krijgen kunnen ze dat melden bij de gemeente.
De burgemeester en de commissaris van de Koning moeten vervolgens hun goedkeuring geven, waarna de aanvraag wordt doorgestuurd naar het Kapittel. Een minister neemt de adviezen van het Kapittel eigenlijk altijd over.
Als de minister ervan wil afwijken “dan moet hij hiervoor gerichte argumenten aanvoeren”, staat op de website van het Kapittel. Het zetten van een handtekening en het nemen van een koninklijk besluit zijn normaal gesproken een formaliteit.