Na de WK snowboarden en de WK kunstschaatsen zit deze sportwinter erop. Vanaf nu gaan de ogen van alle wintersporters op de Olympische Spelen in Milaan en Cortina d’Ampezzo, volgend jaar februari.
In olympisch Milaan zullen de ogen van de Nederlandse sportliefhebbers voornamelijk gericht zijn op de ijsbaan, want zowel op de langebaan als in het shorttrack heeft Nederland traditioneel gezien de meeste kans op medailles. Maar ook in de sneeuw en op de rodelbaan moeten de kansen op eremetaal niet onderschat worden.
Skeleton: Bos wil kunstje herhalen
Wat te denken van Kimberley Bos, die vorige maand wereldkampioen skeleton werd en dus bij de Spelen als een van de grote favorieten zal gelden.
De 31-jarige Bos heeft al een olympisch bronzen medaille in haar bezit. Tijdens de Spelen van 2022 in Peking kon ze haar geluk niet op toen ze als eerste Nederlandse skeletonner een medaille veroverde bij de Winterspelen. Als het aan Bos ligt, gaat ze die prestatie minimaal evenaren in Milaan, al zou ze natuurlijk liever nog een andere kleur aan haar collectie toevoegen.
Daarnaast komt ze mogelijk ook in actie tijdens de gemengde wedstrijd. Dat onderdeel is voor het eerst olympisch komend jaar. Dit jaar heeft Bos één keer aan een mixwedstrijd meegedaan. Samen met Joeri van Kuppeveld werd ze in Winterberg zestiende van de achttien deelnemende teams.
Snowboarden: kan Dekker verrassen?
Ook bij het snowboarden is er een reële kans op een medaille voor Nederland. Michelle Dekker veroverde, enigszins verrassend, ruim een week geleden nog een bronzen medaille op de parallelslalom bij de wereldkampioenschappen.
Daarnaast haalde de Zoetermeerse het afgelopen seizoen vier keer het podium in de wereldbeker.
Behalve Dekker gaat ook Melissa Peperkamp vermoedelijk naar de Spelen. De 20-jarige Zelhemse heeft al voldaan aan de kwalificatie-eisen van het NOC*NSF door twee keer een top 8-klassering te behalen in de wereldbekerwedstrijden op de onderdelen slopestyle en big air.
Kunstschaatsen: mogelijk unicum voor Nederland
Op de ijsbaan zien we komend jaar mogelijk ook paarrijders Daria Danilova en Michel Tsiba en dat zou een unicum zijn. Het is namelijk nog nooit gebeurd dat een Nederlands paar zich heeft geplaatst voor de Spelen. Individuele Nederlandse kunstrijdsters als Lidy Stoppelman, Joan Haanappel, Sjoukje Dijkstra en Lindsay van Zundert waren er al wel ooit op de Winterspelen.
Op de WK hadden Danilova en Tsiba al de kans om zich te kwalificeren voor de Spelen, maar dat lukte net niet. Toch is er nog altijd een mogelijkheid dat de twee zich plaatsen.
Oostenrijkse Nederlanders
Ze zullen niet tellen als Nederlandse medailles, maar een Nederlands tintje zit er wel aan als schansspringster Sara Marita Kramer of langlaufer Mika Vermeulen op het podium eindigt.
Kramer groeide op in Nederland en vertrok op zesjarige leeftijd naar Oostenrijk. Bij de vorige Spelen gold ze als favoriet voor olympisch goud, maar mocht ze door een positieve coronatest uiteindelijk niet meedoen.
Langlaufer Vermeulen (25) heeft Nederlandse ouders, maar is geboren en opgegroeid in Oostenrijk. Hij behoort in zijn sport tot de wereldtop. “Ik wil olympisch kampioen worden”, was hij een maand geleden duidelijk over zijn grote doel voor volgend jaar.
Alpineskiën: weinig kans op Nederlands succes
Bij het alpineskiën is de kans op Nederlandse medailles en zelfs op Nederlandse deelname heel klein. Marcel Hirscher keerde afgelopen seizoen onder de Nederlandse vlag terug op de piste, maar scheurde in december zijn kruisband. Het is nog de vraag of de 35-jarige skilegende zijn carrière voortzet.
Andere Nederlandse troeven op de piste zijn Kiara Derks, Noa Blok, Noa Rabou, Jurre Jeurissen en Aleix Linse. Zij deden alle vijf mee aan de WK, maar zijn nog ver verwijderd van de wereldtop. De kwalificatie-eisen zullen dan ook te hoog gegrepen zijn deze nieuwe generatie Nederlandse skiërs.