De laatste keer dat Merel van Dongen binnen de lijnen kwam voor het Nederlands elftal is alweer even geleden: december 2023. Sindsdien is er veel veranderd in het leven van de 32-jarige voetbalster. Eén ding zal nooit veranderen: haar absolute wil om uit te komen voor Oranje.
Ze verkaste naar de Mexicaanse club CF Monterrey en kreeg een dochter met haar partner Ana Romero. Ze miste enkele interlandperiodes, maar voor de aankomende dubbele ontmoeting met Oostenrijk in de Nations League werd ze weer opgeroepen door bondscoach Andries Jonker.
“Andries en ik hebben altijd goed contact gehouden. We hebben iedere window gekeken wat mogelijk was. Mexico is gewoon ver weg. Soms zegt hij: volgens mij is het beter om rust te nemen. Dit keer ben ik weer opgeroepen en daar ben ik heel blij mee.”
Bang
Toch gaat Van Dongen, die 63 interlands achter haar naam heeft staan, er niet automatisch vanuit dat die uitnodiging gaat komen. “Ja, natuurlijk ben ik weleens bang dat ik niet opgeroepen ga worden. Ik ben geen basisspeler, ik moet echt vechten voor mijn plek.”
Van Dongen weet wat haar rol bij Oranje is en hoe ze haar medespelers kan motiveren. “Als een 32-jarige, zonder minuten, honderd procent geeft op een training de dag na de wedstrijd, dan kun je als 18-jarige niet klagen. Dan zeg ik: luister, ik heb EK’s en WK’s gespeeld en ik sta hier heel hard te trainen, dan moet jij ook hard trainen.”
Die rol is ook mooi, zegt Van Dongen. Iets om trots op te zijn. Toch hoopt de oud-speelster van ADO Den Haag, Ajax, Real Betis en Atlético Madrid nog altijd op speelminuten. “Ik denk dat ik nog goed genoeg ben. Ik haal een niveau op de trainingen hier en in Mexico, waardoor ik denk: ik kan het echt nog aan.”
Het ouderschap, lange reizen, het zal er nimmer voor zorgen dat Van Dongen bedankt voor Oranje. “Ik zal nooit nee zeggen tegen het Nederlands elftal. Ik zal altijd alles geven voor Oranje. Op de bank, op de tribune, op het veld: mij hoor je niet klagen.”
“Het is altijd een droom van mij geweest om voor Oranje te spelen. Als ik dan op de bank zit, so be it. Als ik kijk naar al die meisjes die ons shirt willen, die een handtekening willen… Als ik nee zeg tegen Oranje, dan zeg ik nee tegen de droom van al die meisjes die dat graag zouden willen bereiken. Dan zou ik me te groots voelen om op de bank te zitten? Nee.”
En het EK van komende zomer? “Ik weet dat er een kans is dat ik niet meega. Ook dat er een kans is dat ik wél meega. Wat er ook gebeurt, het gaat wel goedkomen met mij.”