Grote Nederlandse bedrijven stootten vorig jaar 2,9 procent meer broeikasgassen uit dan het jaar ervoor. Daarmee is een einde gekomen aan de dalende trend die al zeven jaar aanhield, meldt de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA). In 2023 was de uitstoot juist relatief sterk gedaald.

De Europese uitstoot daalde wel. In 2024 gingen er 5 procent minder broeikasgassen de lucht in dan een jaar eerder.

Bedrijven die grote hoeveelheden broeikasgassen uitstoten, vallen onder het Europese Emissiehandelssysteem (ETS). Het betreft grote bedrijven in vooral de energiesector en de industrie.

Het ETS verplicht bedrijven voor elke ton uitgestoten broeikasgassen rechten te kopen. In de toekomst komen er steeds minder rechten op de markt, en na 2038 droogt dit zelfs helemaal op. Het idee is dat zo de Europese uitstoot geleidelijk naar nul gaat, tegen de laagst mogelijke kosten.

Tata Steel drukt stempel

De Emissieautoriteit wijst diverse oorzaken aan voor de stijging van de Nederlandse uitstoot. Vooral de industrie in Nederland stootte vorig jaar meer uit.

Dit kwam voor een belangrijk deel doordat na onderhoud hoogoven zes bij Tata Steel in IJmuiden weer in gebruik werd genomen. Hierdoor kwam de uitstoot van het bedrijf weer terug op het eerdere, hogere niveau.

Ook zag de NEA licht herstel van de chemische industrie. Die energie-intensieve bedrijfstak lijdt al jaren onder hoge gasprijzen. Inmiddels zijn de prijzen niet meer zo hoog als vlak na de Russische inval in Oekraïne, al kwamen ze nooit meer op het oude niveau.

Zon- en windenergie stokken

Verder merkt de NEA op dat de uitstoot van stroombedrijven vorig jaar niet verder is gedaald. Dat is een trendbreuk. In de jaren ervoor was er juist een snelle daling door de enorme groei in de productie van zonne- en windstroom.

Volgens de NEA stagneert de daling doordat er in de winter periodes waren met weinig zon en wind. Als gevolg van deze “dunkelflautes” werden minder zonne- en windstroom opgewekt. Elektriciteitscentrales vingen dit op door meer aardgas en steenkool te verstoken. En dus meer uit te stoten van het broeikasgas CO2.

Ook de luchtvaart stootte vorig jaar weer meer uit, net als het jaar ervoor. “De sector groeit nog steeds”, zegt Mark Bressers, directeur-bestuurder van de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA). “De coronatijd leidde tot een enorme krimp maar we wisten vrij snel de weg naar het vliegveld weer te vinden.”

Weliswaar produceren maatschappijen per vervoerde passagier steeds minder CO2, bijvoorbeeld door biobrandstof bij te mengen. Maar dat weegt niet op tegen de toename van het aantal vluchten. “Relatief blijf het een kleine sector, en een kleine uitstoter. Maar in procenten is het de grootste stijger. En de uitstoot is inmiddels hoger dan vóór corona.”

Europese blik

Het emissiehandelssysteem ETS geldt voor de hele Europese Unie. In die zin maakt het voor de Europese klimaatdoelen weinig uit dat de uitstoot in Nederland een jaar toeneemt. Zolang de trend voor heel Europa maar naar beneden gaat. En volgens de Europese Commissie ligt het blok op koers om zijn doelen voor 2030 te halen.

Toch betekent dat volgens Bressers niet dat de gestegen uitstoot helemaal geen probleem vormt: “Het EU-handelssysteem hanteert inderdaad geen nationale doelen. Maar Nederland heeft ook eigen klimaatdoelen. Vanuit dat perspectief zou je wel willen dat je richting 2030 een gestage daling ziet van CO2-uitstoot.”

Bressers wijst op ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de industrie komende jaren verder verduurzaamt. Zo begint in 2026 een project om CO2 op te slaan onder de bodem van de Noordzee, genaamd Porthos. De effecten daarvan moeten een jaar later zichtbaar worden in de NEA-cijfers.

Industrie in het nauw

“Maar het laaghangende fruit is wel geplukt”, zegt Bressers. “Wie verder gaat met verduurzamen staat voor steeds hogere investeringen. We zien allemaal de uitdagingen waar de energietransitie voor staat.”

Vorig jaar constateerde het Planbureau voor de Leefomgeving al dat Nederland niet op koers ligt om de doelen te halen. Zelfs als alle plannen van de industrie werkelijkheid worden, is dit nog niet genoeg.

De industrie worstelt met tal van uitdagingen. Zo zijn de benodigde kabels en leidingen voor verduurzaming vaak niet op tijd beschikbaar. Ook zuchten bedrijven onder hoge energieprijzen, regeldruk, internationale concurrentie en nu ook nog een dreigende handelsoorlog.

Door Haluk