Met een biertje in de hand en de stropdassen half los kijken ze met een schuin oog naar het Amsterdam-Rijnkanaal, even verderop. Daar, in het water, liggen de boten die strijden om de eer van de studentenverenigingen tijdens de Varsity, de historische roeiwedstrijd die sinds 1878 wordt gehouden.
De ambiance mag dan gezellig zijn bij de 141ste editie van de nationale universiteitsroeiwedstrijden, de rivaliteit tussen de deelnemende verenigingen is groot. De winnaars van de hoofdnummers kunnen in studentenkringen rekenen op roem en glorie. En een uitzinnig feest.
Het maakt dat veel verenigingen niet schromen hun olympische roeiers in te zetten. Het Amsterdamse Nereus treedt in de vrouwen-vier zelfs aan met vier olympische deelnemers, onder wie twee kampioenen: Karolien Florijn en Veronique Meester.
Gouden VIP
Van heinde en verre zijn ze gekomen, de duizenden toeschouwers aan de waterkant. Om hun clubgenoten aan te moedigen, in vol ornaat. “Bij de meeste roeiverenigingen is het gebruikelijk dat je jas-das gaat”, zegt een jongen in het kostuum van het Eindhovense Theta. Toch ogen veel colberts vaal en rafelig. “Dat heet karakter.”
Het gros van het roeipubliek is jong en student. Met zijn 82 jaar is Maarten Kloosterman een uitzondering. Trots wijst hij op een badge die op zijn jas is gespeld. Als oud-winnaar van de ‘Oude Vier’, zoals het hoofdnummer van de Varsity wordt genoemd, is hij altijd welkom. “Dan ben je een gouden VIP.”
De uitstraling van de Varsity is altijd studentikoos gebleven. Al zijn er wel degelijk verschillen met de jaren zestig, toen Kloosterman zijn successen vierde.
“Toen waren alle roeiverenigingen ook lid van het corps. Dat is nu niet meer. Maar de leden gedragen zich nog steeds een beetje corporaal. Hoe dat eruit ziet? Er wordt niet, zoals bij voetbal, gevochten. Er wordt ‘gezooid’. Dus je trekt aan elkaar, je gooit elkaar op de grond, je slaat elkaar niet hard. Het moet gezellig blijven.”
Rivaliteit
In de vrouwen-vier is het Amsterdamse Nereus, met olympisch kampioenen Florijn en Meester aan boord, de grote favoriet. Maar Meester, die in Parijs samen met Ymkje Clevering goud won in de twee-zonder, verschijnt niet in grootse vorm aan de start.
Na de Spelen ligt de focus voorlopig even op andere zaken. “Ik heb mijn studie opgepakt, mijn master geneeskunde. Dus ik loop fulltime co-schappen, net als twee anderen uit onze Nereus-boot.”
“Dat betekent dat we vooral in de avonduren in ons eentje trainen, voor zover het schema het toelaat. De andere meiden hadden afgelopen week bijvoorbeeld avond- en nachtdiensten. Dat helpt natuurlijk niet in de voorbereiding.”
Het gebrek aan training breekt de Nereus-boot op. De concurrenten van Laga uit Delft finishen met grote voorsprong op de favorieten, tot ontzetting van de Amsterdamse leden langs de kant. “Dit is wel pijnlijk. Maar je kan niet altijd zes gooien.”
Bloot, niet naakt
Tientallen aanhangers van Laga trekken een spurt naar de rechterzijde van het terrein, waar zij zich in rap tempo ontdoen van hun kleding. Slechts gehuld in ondergoed -en sommigen zelfs zonder- springen ze in het koude water.
“Ze duiken het kanaal in om de boot te laten zinken”, legt een van de Laga-leden uit, die zelf op het droge blijft. “Ze duiken er niet naakt in, maar bloot. Ze hebben hun das namelijk nog om.”
Het winnende Laga-kwartet laat zich even later huldigen op het podium. Laila Youssifou en Tessa Dullemans geven elkaar, met een fles champagne in de hand, een dikke knuffel. In Parijs zaten zij samen in de dubbel-vier, die op een haar het olympisch goud miste en genoegen moest nemen met zilver.
“Wij hebben vooraf tegen elkaar gezegd: dit kan ons moment worden, het moment waarop we wél goud winnen. Het is heel bijzonder als je dat dan samen doet.” Het lijken misschien twee verschillende werelden, maar de euforie in de lentezon van Houten is er een van olympische proporties.
“Op de Spelen is het echt een individuele prestatie, iets waar je zelf naartoe werkt. En dit is iets dat je doet met -en voor- Laga. Heel Delft is vanavond in rep en roer. Het is een gemeenschapszin die je creëert.”
Vocaal ondersteund door de leden voor het podium zingt Youssifou uit volle borst mee met het verenigingslied.:”Gij Delftsche roeiers staat toch pal, voor Laga’s roem en voorspoed.”