De Tweede Kamer steunt zoals verwacht een algemeen vuurwerkverbod. Maar een meerderheid wil dat het verbod pas na de komende jaarwisseling ingaat. Dat bleek bij de stemmingen over de initiatiefwet van GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren.
Een meerderheid steunde een motie van JA21 en BBB, die vinden dat de vuurwerkbranche te grote schade zou oplopen als het verbod bij de komende jaarwisseling ingaat.
De meeste verkopers hebben al een grote voorraad aangeschaft voor eind december, en die kunnen ze nauwelijks doorverkopen aan andere landen, zeggen de partijen. Dat is kapitaalvernietiging en een grote inkomstenderving voor de ondernemers.
‘Catastrofe dreigt’
Andere partijen vrezen dat de komende jaarwisseling door het uitstel volledig uit de hand zal gaan lopen. Omdat het de laatste keer is zullen veel liefhebbers juist extra vuurwerk kopen en afsteken, is hun redenering.
“Als we nog een jaar wachten, dreigt met de komende jaarwisseling een catastrofe. Dat moet niemand willen”, zegt Kamerlid Kostic van de Partij voor de Dieren.
De motie is een verzoek aan het kabinet. Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) zei vorige week in het debat dat ook hij het niet haalbaar acht dat het verbod nog dit jaar ingaat. Hij denkt nog zeker anderhalf jaar nodig te hebben voor ‘lagere wetgeving’ om het verbod te regelen.
Zo moet het plan van de ChristenUnie om dorps- en buurtverenigingen toch de mogelijkheid te geven om gezamenlijk vuurwerk af te steken verder worden uitgewerkt.
Hulpverleners
Sinds de regeringspartijen VVD en NSC van standpunt zijn veranderd, is er een meerderheid voor het vuurwerkverbod. Aanleiding zijn de elk jaar toenemende ongeregeldheden, waarbij ook hulpverleners bekogeld worden met vuurwerk.
Nu de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, moet ook de Eerste Kamer zich er nog over uitspreken. Het is nu al duidelijk dat daar een meerderheid is voor het algeheel vuurwerkverbod.