In de Democratische Republiek Congo zijn minstens vijftig nijlpaarden doodgegaan door een vergiftiging met miltvuur. Ook verschillende andere grote dieren overleefden de bacterie niet.

Het Nationaal Park Virunga waar de nijlpaarden leefden, heeft foto’s gedeeld waarop te zien is dat de kadavers ronddrijven in de Ishasha-rivier, die uitmondt in het Edwardmeer.

Parkdirecteur Emmanuel de Merode probeert alle dode dieren te bergen en te begraven om verdere verspreiding van de bacterie te voorkomen. Dat gaat niet gemakkelijk, omdat het park niet beschikt over graafmachines. Ook zijn sommige plekken in het park moeilijk bereikbaar, zegt de directeur tegen persbureau Reuters.

Water koken

Miltvuur of antrax wordt veroorzaakt door de miltvuurbacterie. Wilde dieren kunnen besmet raken als ze sporen van antrax inademen. De bacterie komt in grote delen van Afrika nog voor door het ontbreken van goede diergezondheidsprogramma’s, schrijft het RIVM. De gewoonte om dood gevonden dieren op te eten vormt voor mensen daar een groot risico. Ook kan de bacterie via wondjes worden overgedragen.

Het Congolese Instituut voor het Behoud van de Natuur heeft inwoners gewaarschuwd om niet in de buurt van wilde dieren te komen en water uit lokale bronnen eerst te koken.

De dood van de nijlpaarden is een grote tegenslag voor het park. Dat probeert al jaren om de populatie te laten groeien, nadat stropers en oorlog het aantal nijlpaarden van 20.000 hadden teruggebracht naar enkele honderden in 2006. Nu leven er zo’n 1200 nijlpaarden in Virunga, dat ligt aan de grens met Uganda, helemaal in het oosten van het land.

Het Virunga National Park is het oudste nationaal park van Afrika en is populair bij toeristen. Het park, dat in 1925 werd gesticht in toenmalig Belgisch-Congo, is nu vooral een gevaarlijke plek. Niet ver van het park vechten rebellengroepen, gesteund door buurlanden, met het Congolese regeringsleger om de macht in het gebied.

Door Haluk