Middelbare scholen geven scholieren andere opdrachten om te voorkomen dat zij hun werk uitbesteden aan AI-tools. Zo moeten leerlingen hun verslagen bijvoorbeeld in de klas maken en krijgen zij mondelinge overhoringen als aanvulling op een schriftelijke opdracht. Docenten kunnen zo nagaan of leerlingen de stof goed kennen.

Dat blijkt uit een rondgang van NOS Stories langs tientallen scholen en docenten. Ook onderwijsorganisaties herkennen de trend. Zo ziet de VO-raad, de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, dat AI-gebruik een worsteling is voor scholen en docenten en ze schoolopdrachten daarom aanpassen.

Na een oproep van NOS Stories gaven duizend scholieren aan dat zij AI-tools gebruiken bij schoolopdrachten. Zij zeggen wekelijks tot dagelijks gebruik te maken van kunstmatige intelligentie, bijvoorbeeld bij het genereren van teksten voor verslagen of hulp bij de antwoorden van huiswerkvragen.

ChatGPT wordt veruit het meest gebruikt, maar ook programma’s als Deepseek, Gemini en de chatbot van Snapchat zijn populair voor schoolopdrachten.

Docenten vertellen hoe ze omgaan met AI-gebruik van leerlingen:

Docenten hebben het gebruik van AI niet altijd door. Van de duizend leerlingen die hebben gereageerd en AI gebruiken, zeggen 200 leerlingen wel een keer te zijn betrapt door een docent. Veel van die jongeren zeggen dat de school daar geen consequenties aan verbond, maar een enkeling kreeg wel problemen.

Bijvoorbeeld Daan van 15. Hij gebruikte samen met een klasgenoot AI voor een economie-opdracht. Zijn klasgenoot kopieerde en plakte de gegenereerde tekst vanaf een AI-tool. “Dus je zag met een AI-detector dat meer dan 50 procent AI was en toen heb ik een 1 gekregen.”

Docenten laten weten dat het lastig is om te zien of een leerling een tekst zelf heeft geschreven of dat AI is gebruikt. “Je hebt het niet altijd door”, zegt docent Nederlands Esther Bonfrer van Het Noordik in Almelo. “Soms zie je: dit is gewoon niet van jou. Maar als leerlingen in de instructies van de AI-tool verwerken dat de tekst in makkelijk taalgebruik moet, dan zie je het niet.”

Veranderen van lesmethoden

“Eén van de grootste worstelingen is het plagiaatvraagstuk”, zegt Fijke Hoogendijk van de VO-raad. Er zijn plagiaatscanners die docenten kunnen gebruiken om na te gaan of AI is gebruikt, maar volgens Hoogendijk zijn die niet altijd effectief. “Leerlingen weten namelijk hoe ze deze kunnen omzeilen en ook kan iemand vals worden beschuldigd.”

Daardoor zoeken scholen naar andere oplossingen. Verschillende scholen experimenteren met hun lesmethoden en passen waar mogelijk de vorm aan. Zo ook docent Bonfrer. Voorheen gaf ze een schrijfopdracht die leerlingen deels thuis konden maken, maar dat werkt nu niet meer.

“Als ze het thuis maken, gooien ze het in ChatGPT en doen ze helemaal niks”, zegt Bonfrer. “Daarom geef ik nu de opdracht in de les en dan sta ik achter in de klas. Je ziet dan of Word openstaat of iets anders. Vaak gaan ze dan wel aan de slag.”

Scholierenorganisatie LAKS vindt het goed dat docenten zoeken naar andere lesmethoden. De organisatie heeft liever dat scholen de vorm van hun opdrachten aanpassen dan dat leerlingen onterecht worden beschuldigd van AI-gebruik. Dat komt weleens voor, zegt LAKS, dat klachten hierover binnenkrijgt van leerlingen.

Beleid

Voor scholen is er sinds vorig jaar een document, gemaakt door Kennisnet, waarin adviezen staan over hoe scholen AI kunnen gebruiken. Verschillende scholen werken ook aan eigen AI-beleid. Daarin is bijvoorbeeld aandacht voor hoe hun leerlingen wel AI mogen gebruiken, en wanneer dit niet mag en er sprake is van fraude.

In politiek Den Haag wordt er ook gesproken over AI in het onderwijs. “Ik denk dat veel mensen, ikzelf zeker, heel erg achterlopen op de ontwikkelingen”, zegt staatssecretaris Paul van primair en voortgezet onderwijs. Volgens de bewindsvrouw is het aan de scholen en docenten zelf om te bepalen hoe AI te gebruiken in het onderwijs. “Wij moeten hen helpen om dat op een verantwoorde, verstandige en veilige manier te doen.”

Door Haluk