Leo Beenhakker behoort tot het kleine gilde der Nederlandse topcoaches van wie de roem de landsgrenzen ver overstijgt. Een Rotterdamse blufgozer met een loopbaan die leest als een jongensboek. Ajax, Real Madrid, Oranje, Feyenoord. Maar ook: FC Volendam, Istanbulspor, De Graafschap, Trinidad en Tobago.

De carrière van de vandaag overleden oefenmeester is een aaneenschakeling van hoogte- én dieptepunten. Maar voor wereldburger Beenhakker, die 82 jaar oud werd, stond de deur altijd open. Spelers, journalisten, supporters en clubbestuurders lieten zich graag verleiden door zijn onweerstaanbare charme en kwinkslagen.

Hij bedacht de term ‘patatgeneratie’ in zijn eerste periode bij Ajax. Bij Real Madrid deed hij vergeefs een gooi naar de Europa Cup I, oftewel ‘de cup met de grote oren’. “Ik word hier zo moe van” werd zijn handelsmerk, meestal voorzien van opzichtig gezucht en gesteun.

Zijn grootste kracht was zijn sociale antenne. Beenhakker was een peoplemanager avant la lettre. Of zoals hij het zelf zou zeggen: een ‘mensenmens’.

Jongste trainer in betaald voetbal

Aan de hand van zijn vader loopt de kleine Leo in de jaren vijftig geregeld van Charlois naar De Kuip. Het jongetje raakt bevangen door de magie van het stadion. Daar moet en zal hij ook werken. Maar als zijn vader overlijdt – Beenhakker is pas dertien – lijkt die droom ver weg.

De rossige tiener groeit op zonder geld, maar mét ambitie, vechtlust en doorzettingsvermogen. Hij zou en moest aan de slag in de voetballerij.

Vers van het CIOS begint Leo Beenhakker op zijn 23ste als oefenmeester van de amateurs van SV Epe. Twee jaar later wordt hij assistent bij profclub Go Ahead Eagles en nog weer een jaar later staat hij op eigen benen bij Veendam. De 26-jarige Beenhakker is in 1968 de jongste trainer ooit in het betaalde voetbal.

Het is het begin van een loopbaan die voert langs zeventien clubs en vier nationale ploegen in acht verschillende landen.

De schaduw van Cruijff

De doorbraak komt in 1979 als Beenhakker, dan nog jeugdtrainer in Amsterdam, na het ontslag van Cor Brom onverwacht de verantwoordelijkheid krijgt over het grote Ajax. In zijn eerste seizoen behaalt hij de landstitel en reikt hij tot de halve finales van de Europa Cup I. Maar zijn gezag is tanende.

Als Johan Cruijff op 30 november 1980 in de thuiswedstrijd tegen FC Twente van de tribunes van De Meer afdaalt en naast Beenhakker in de dug-out komt zitten, is hij gezien.

Een paar maanden later stapt hij op. “Ik had hem natuurlijk een klap voor zijn kop moeten geven”, zou hij later zeggen.

Beenhakker zoekt zijn heil in Spanje, bij Real Zaragoza.

Het hoofd van Grün

In 1984 is hij terug in de eredivisie, bij het kleine FC Volendam. Maar Rinus Michels wil graag dat hij Oranje onder zijn hoede neemt. Na twee gemiste eindronden (WK 1982 en EK 1984) op rij moet Nederland zich eindelijk weer eens plaatsen voor het WK, dat twee jaar later in Mexico wordt gehouden. Beenhakker hapt toe en combineert het ene met het andere oranje.

Het wordt een deceptie. Volendam draait lang mee in het linkerrijtje, maar haalt na de winterstop nog maar vijf punten en degradeert alsnog. En Oranje plaatst zich met veel pijn en moeite voor twee beslissingswedstrijden tegen België.

In een steenkoude Kuip dompelt Georges Grün Nederland met een late treffer in rouw. Voor de tweede keer op rij plaatst Oranje zich niet voor het WK. Beenhakker beent zich in zijn beige regenjas een weg door de catacomben. Hij ziet de bui al hangen.

Don Leo

Lang hoeft Beenhakker niet te treuren. Real Madrid, een van de grootste clubs ter wereld, informeert nog voor de duels met de Belgen naar de beschikbaarheid van Beenhakker. Van Volendam naar Bernabéu lijkt ridicuul, maar de Madrilenen hebben het goed gezien.

Tussen wereldsterren als Hugo Sanchéz, Emilio Butragueño en Bernd Schuster is ‘Don Leo’ op zijn best. Hij wint drie landstitels op rij. Maar in Europa gaat het telkens mis.

In 1987 blokkeert Bayern München de weg naar de finale van de Europa Cup I. Nog pijnlijker is de uitschakeling in 1988. Real Madrid is veel sterker, maar PSV gaat naar de eindstrijd dankzij een fortuinlijk uitdoelpunt van Edward Linskens.

Beenhakker moet vertrekken. De ‘cup met de grote oren’ blijft buiten zijn bereik. Hij keert terug naar Ajax.

Verhuisdoos dertien (WK 1990)

Beenhakker is nog nauwelijks aan het werk of hij moet tekst en uitleg geven bij een gitzwarte bladzijde in de Ajax-geschiedenis. Een 17-jarige onverlaat gooit tijdens een UEFA Cup-duel in 1989 een ijzeren staaf tegen de rug van doelman Franz Wohlfahrt van Austria Wien. Ajax wordt een jaar uitgesloten van Europees voetbal.

Aan het einde van het seizoen mag Beenhakker wel zijn tweede landstitel vieren in Amsterdam. Tijd om te genieten is er niet. Er wacht een zware klus. Een loodzware.

Het Nederlands elftal, dat in 1988 Europees kampioen is geworden, plaatst zich onder bondscoach Thijs Libregts voor het WK in Italië. Als Libregts op verzoek van de spelers wordt ontslagen, krijgt Beenhakker onverwacht een tweede kans bij Oranje.

Opnieuw is het Michels die Beenhakker naar voren schuift. Maar de spelers willen liever Johan Cruijff en gaan muiten. In het trainingskamp op Sicilië gebeuren dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Beenhakker zegt zijn herinneringen in ‘verhuisdoos dertien’ te bewaren, maar die doos blijft dicht.

Oranje boekt geen enkele zege in de groepsfase; de uitschakeling tegen West-Duitsland (2-1) in de achtste finales voelt als een opluchting.

Een overzicht van de carrière van Beenhakker:

Vier jaar later, in 1994, moet de revanche komen bij het WK in de VS, waar Beenhakker zich als bondscoach van Saudi-Arabië voor kwalificeert. In de groepsfase stuiten de Saudi’s zelfs op Oranje, maar Beenhakker is er niet bij. Hij wordt vlak voor het WK ontslagen.

In 2006, 21 jaar na de kopbal van Georges Grün en 16 jaar na het debacle in Italië, staat Beenhakker toch nog op een WK. Met voetbaldreumes Trinidad en Tobago schrijft hij bij het eerste optreden op het hoogste podium geschiedenis door Zweden op 1-1 te houden.

Beenhakker is een held in de Cariben, zoals hij dat later ook wordt in Polen. Dat land plaatst zich in 2008 onder zijn leiding voor het eerst voor een EK, al komen de Polen tijdens de eindronde niet verder dan een gelijkspel tegen Oostenrijk.

Coolsingel

Beenhakker wisselt in die jaren het hoofdtrainerschap af met functies als technisch directeur. Clubs als Istanbulspor, Club América, Guadalajara, Vitesse en De Graafschap komen terecht op zijn imposante cv.

Tussen al die namen staat één club met dikke chocoladeletters. In 1997 tekent Beenhakker als hoofdtrainer van Feyenoord, de club van zijn jongensdromen. Hij erft een ervaren en ingespeeld elftal met mannen als Jean-Paul van Gastel, Paul Bosvelt en Kees van Wonderen. In Jon Dahl Tomasson en Julio Cruz vindt Beenhakker zijn gewenste goalgetters.

Het klikt. In zijn eerste seizoen eindigt hij als vierde, in zijn tweede staat Beenhakker op het bordes aan de Coolsingel.

Een gelijkspel tegen NAC Breda is voldoende voor de Rotterdammers om vijf wedstrijden voor het einde van de competitie de eerste landstitel sinds 1993 te vieren. “Gefeliciteerd, pik”, zegt Beenhakker direct na de wedstrijd tegen voorzitter Jorien van den Herik.

Een jaar later is de chemie uitgewerkt. Na een pijnlijke nederlaag in De Kuip tegen FC Utrecht laat Beenhakker aan Van den Herik weten dat hij vertrekt.

Zicht op De Kuip

De voorzitter weet dan nog niet dat Beenhakker een paar maanden later in dienst treedt bij de aartsrivaal. Als technisch directeur van Ajax haalt hij onder anderen Zlatan Ibrahimovic naar Amsterdam.

Beenhakker keert na zijn avonturen als bondscoach van Trinidad en Tobago en Polen in 2009 nog één keer terug bij Feyenoord, nu als technisch directeur. Anderhalf jaar later moet hij het veld ruimen. De club wil Martin van Geel als technisch directeur. Beenhakker wordt verteld dat hij te oud zou zijn.

Dat afscheid doet pijn: ook al woont hij tegenover het stadion, in De Kuip komt hij niet meer. In 2018 trekt hij zich terug uit de voetbalwereld. Een wereld die hij op geheel eigen kracht veroverde.

Door Haluk