Het is precies tachtig jaar geleden dat de vrouwelijke gevangenen in Kamp Westerbork van hun bed werden gelicht en gedwongen naar Groningen moesten lopen. Een zware, meerdaagse tocht. Vanaf vandaag kunnen mensen in drie dagen dezelfde weg bewandelen om de ‘vrouwenmars’ te herdenken.

De 116 vrouwen die in 1945 in Kamp Westerbork zaten, zaten daar vanwege hun verzetswerk of dat van hun familie. Tijdens de tocht dachten ze dat ze hun dood tegemoet liepen, maar ze werden uiteindelijk plotseling vrijgelaten vlak bij Grijpskerk. Alle vrouwen overleefden de tocht.

Jaarlijks herdacht

De vrouwenmars wordt sinds 2020 herdacht. Dit jaar is de driedaagse tocht op dezelfde data als in 1945: 11, 12 en 13 april. Deelnemers zijn niet verplicht om de hele route van 20 tot 30 kilometer per dag af te leggen.

Vanochtend vertrokken de eerste deelnemers vanuit het voormalige kampterrein. “Ik heb de eerste keer meegelopen en was echt onder de indruk van de moed en de veerkracht van deze vrouwen. En ik realiseer me dat zij hun leven waagden voor onze vrijheid. Dat is niet vanzelfsprekend”, zegt organisator Rixt van Gosliga.

Zo verliep de mars van Kamp Westerbork naar Groningen:

Op vijf plekken langs de route staan beelden die voor de herdenkingstocht zijn gemaakt. Kunstenaar Natasja Bennink maakte de bronzen beelden en kunstenaar Gert Sennema de begeleidende voorwerpen van steen. Voor elk beeld stond een dochter, kleindochter of andere nabestaande model.

Zo staat er een beeld van Rinke, de kleindochter van verzetsstrijder Corrie Kieft. Het kunstwerk heet De Droom. Natasja Bennink: “De droom staat voor de vrijheid waarvoor de vrouwen dit verzetswerk deden. Maar ook voor het slapen, want die vrouwen moesten ’s nachts lopen en overdag slapen op boerderijen waar ze langskwamen”, legt ze uit bij RTV Noord.

Door Haluk