In Noord-Frankrijk liggen stenen in de plattelandswegen waar wielrenners van dagdromen of nachtmerries over krijgen. De gevreesde kasseien van Parijs-Roubaix schrikken regerend Tourwinnaar Tadej Pogacar niet af. Zondag gaat hij voor het eerst van start in de slopende koers over 259 kilometer. En dat is best verrassend.

De wereldkampioen won bijna alles al eens, maar het wielermonument Parijs-Roubaix reed de Sloveen nog nooit. Kan hij dit ook? En is het eigenlijk wel een goed idee?

Renners zoals Pogacar, die in juli topfavoriet zijn om de Tour de France te winnen, rijden nooit (of vrijwel nooit) ook in het voorjaar mee in Parijs-Roubaix. In 1991 was de Amerikaan Greg LeMond de laatste regerend Tourwinnaar die in Noord-Frankrijk opstapte. Waarom? Te gevaarlijk.

“Tuurlijk is het gevaarlijk, maar dat is de Ronde van Vlaanderen ook. En Luik-Bastenaken-Luik ook, want daar brak hij twee jaar terug nog zijn pols”, zegt oud-winnaar Niki Terpstra. “In Parijs-Roubaix heb je wel meer incidenten, je kunt niet alles uit de weg gaan. Ik vind het vooral supercool dat hij het doet.”

Fietsen over kasseien is niet eenvoudig. De door boerentractors verzakte stenen zijn niet bedoeld om overheen te fietsen. Je fiets onder controle houden is al lastig genoeg: door scheef liggende keien schieten de wielen alle kanten op. Bij regen worden de kasseien spekglad. Bij volle zon zie je nauwelijks meer iets door al het stof.

De ‘Hel van het Noorden’, zoals de alleszeggende bijnaam luidt, kraakt lichaam en fiets. Een garantie op chaos.

Niki Terpstra legt je uit waar je op moet letten in Parijs-Roubaix:

Pogacar kent de gevaren. Maar ook de roem die wellicht in Roubaix op hem wacht.

Het hoofddoel van de Sloveen ligt komende zomer in Frankrijk, waar hij in juli voor de vierde keer de Tour wil winnen. Net als vorig jaar. Máár: Pogacar wil ook alle vijf de wielermonumenten op zijn naam geschreven hebben. De Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije heeft hij al. Milaan-Sanremo en Roubaix nog niet.

“De verkenning was veelbelovend, maar ik heb geen idee of ik er kan winnen”, zei de Sloveen eerder. Zondag wil hij vooral ervaring opdoen. “Het is nieuw terrein voor me, maar ik ga de uitdaging aan. Het wordt een erg zware wedstrijd, maar ik denk dat, met de vorm die ik nu heb, dit het juiste moment is om het in ieder geval te proberen.”

Helemaal nieuw is de Noord-Franse ‘hel’ niet voor Pogacar. Twee keer reed hij de junioreneditie (30ste in 2015, 13de in 2016) en in de vijfde etappe van de Tour van 2022 deed Pogacar een aanval op zijn klassementsconcurrenten. Hij viel aan en legde op de kasseistroken die ook in Parijs-Roubaix zitten de basis voor zijn Tourzege van dat jaar.

Begin april verkende Pogacar de kasseistroken nog. De voortekenen beloven veel. Op kasseistrook Mons-en-Pévèle, een van de zwaarste van de dertig, reed hij recordtijden op trainingsapp Strava. Geen racesituatie, maar Pogacar kan hard fietsen op de kasseien.

En dat terwijl je regelmatig hoort dat de wat lichtere renners, bijvoorbeeld klimmers als Pogacar, in het nadeel zijn ten opzichte van de wat zwaardere.

“Lichtere renners stuiteren iets meer over de kasseien dan de zwaardere renners”, zegt Terpstra. “Maar ze rijden tegenwoordig ook op beter materiaal. De bredere banden nivelleren het verschil. Er is nu meer comfort op de fiets.”

En dan nog, zegt Terpstra: “Bernard Hinault en Servais Knaven waren ook niet de grootste renners. En die wonnen ook.”

“Bergop is Pogacar de beste. Maar die bergjes heb je niet tussen Parijs en Roubaix. Over vlakke kasseien kan hij met de beste renners mee”, denkt Terpstra. Maar winnen? Eerst moet hij Mathieu van der Poel bijhouden en lossen.

Van der Poel over kasseien zien rijden is een genot. Als hij komt aanstormen, kruipen de scheef liggende stenen van schrik braaf tegen elkaar aan. Van der Poel lijkt het gedreun niet te voelen.

Al twee jaar op rij won hij, met machtige solo’s. Drie jaar achter elkaar winnen? Dat lukte tot nu toe alleen de Fransman Octave Lapize (1910, 1911, 1912) en de Italiaan Francesco Moser (1978, 1979, 1980). De Belgen Roger De Vlaeminck en Tom Boonen zijn recordhouder met vier zeges.

De Roubaix-geschiedenis van het vrouwenpeloton gaat minder lang terug. In 2021 pas fietsten de vrouwen voor het eerst naar de finish op de wielerbaan van Roubaix. Noem een willekeurige wielerwedstrijd en de kans is groot dat een Nederlandse vrouw ‘m al weleens won. Maar in de vier verreden Roubaix-edities finishte een Nederlandse nog nooit als eerste.

Wereldkampioen Lotte Kopecky uit België won vorig jaar en is dit jaar ook een van de topfavorieten. Al loert de ervaren, meervoudig wereldkampioene Marianne Vos op de eerste Nederlandse overwinning.

Vos en Pogacar willen voelen wat Van der Poel en Kopecky vorig jaar meemaakten, de euforie van winnen op de wielerbaan.

Door Haluk