Mathieu van der Poel verschijnt zondag fit aan de start van Parijs-Roubaix. Dat zegt de Nederlander die het wielermonument de afgelopen twee jaar op zijn naam schreef in een persbericht van zijn ploeg Alpecin-Deceuninck.
Van der Poel eindigde afgelopen zondag als derde in de Ronde van Vlaanderen en moest daarna herstellen van een val al vroeg tijdens de koers. “Ik voelde me wat stijfjes de eerste paar dagen, maar dat zakte al snel weg.”
Een verkoudheid, opgelopen na zijn zege in Milaan-Sanremo, speelde hem langer parten. De symptomen verergerden na de E3 Saxo Classic. “Die maandag erop voelde ik me helemaal niet lekker. Ik nam uiteindelijk zelfs antibiotica en tijdens de Ronde van Vlaanderen voelde ik me nog steeds niet 100 procent. Hoewel ik mezelf redelijk staande hield en nog een podiumplaats pakte.”
Dipje
Van der Poel: “Daarna kampte ik weer met een dipje. Dat is waarschijnlijk niet erg verrassend. Het was echt een flinke inspanning zondag, terwijl ik nog niet helemaal hersteld was. Maar nu, op vrijdag, voel ik me alweer een stuk beter. Ik denk dat ik goed genoeg ben om mijn titel te verdedigen.”
Elke koers rijdt hij om te winnen. “Dat is nu niet anders. Het is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, maar zo sta ik altijd aan de start. En als ik niet op mijn best ben dan doen we er alles om de overwinning binnen onze ploeg te houden. Jasper Philipsen heeft de laatste twee jaar ook laten zien dat hij in staat is om te winnen.”
Hij verwacht een open strijd tijdens de loodzware koers over 259 kilometer. “Het is misschien wel moeilijker te voorspellen dan normaal. Tadej Pogacar is natuurlijk altijd een grote kanshebber. Maar in Vlaanderen zagen we dat ook Wout van Aert, Mads Pedersen en Jasper Stuyven op een ongelofelijk hoog niveau koersten. En dan is er ook nog Filippo Ganna. Parijs-Roubaix is mogelijk de perfecte race voor hem.”
Geen chicane meer
Van der Poel verkende vandaag met zijn teamgenoten een deel van het parcours – van Bertry tot aan het Bos van Wallers-Arenberg. Bij het beruchte bos ligt volgens de coureur de slechtste kasseienstrook van de dag. Bovendien stormen de renners daar in een dalende lijn op volle snelheid op af. Natuurlijk met alle risico’s van dien.
Vorig jaar hoopte de organisatie de gevaren enigszins in te dammen met een soort chicane vlak voor de befaamde passage. Van der Poel was geen fan.
Gelukkig voor hem is er dit jaar voor een andere oplossing gezorgd. Het peloton rijdt nu met een kleine omweg naar de kasseistrook. “Een grote verbetering. Het betekent dat we met minder snelheid aankomen, wat het allemaal veiliger en beter te controleren maakt.”