Na een nachtvlucht uit Tanzania zette Mikky Keetels zaterdagochtend weer voet op Nederlandse bodem. Een dag later werd ze bij de marathon van Rotterdam de tweede Nederlandse vrouw in een tijd van 2.33.46, slechts twee minuten langzamer dan Anne Luijten.

“Nadat ik was geland, ben ik met mijn beste vriend naar Rotterdam gegaan om mijn startnummer op te halen. Daarna ben ik direct mijn bed ingedoken”, omschrijft Keetels haar uren tussen de vlucht en de marathon. “Ik vond het wel een beetje spannend hoe mijn benen zouden voelen, maar ik had hier heel hard voor getraind en had in Afrika, waar ik twee dagen was, genoeg rust kunnen pakken.”

Met vertrouwen stond ze aan de start zondag en ze vloog over het parcours. Dat leidde tot een dik persoonlijk record – haar oude toptijd was 2 uur en 45 minuten – en een onvergetelijke dag.

“Het was heel gaaf, ik zat er heel lekker in. Echt een dag om niet meer te vergeten.” En de dag na afloop heeft Keetels tot haar eigen verbazing “slechts een beetje spierpijn”.

Lopen in het buitenland

De 25-jarige Utrechtse is op eigen kracht zo ver gekomen. “Sinds kort ben ik wel bij een hardloopvereniging gegaan, maar ik heb geen begeleiding bij mijn trainingsschema’s. Ik doe mijn eigen ding.”

En haar eigen ding doet ze op gevoel tussen haar fulltime baan als stewardess door. “Ik weet hoeveel kilometer ik wil lopen per week: 110. Ik probeer in te schatten hoe ik me per dag voel. De ene keer kom ik uit een nachtdienst, voel ik me prima en heb ik genoeg energie om een duurloop te doen. Een andere keer kan dat zomaar anders zijn. Maar ik sla nooit een training over.”

Veel van die kilometers loopt ze dankzij haar werk in het buitenland. “In Europa kan je bijna altijd wel lekker buiten lopen. Bij verdere reizen ligt het echt aan het land waar je bent.”

Keetels komt weleens op plekken waar lopen in de buitenlucht geen optie is. “Maar vaak is er dan wel een sportschool.” Zo liep ze in de week voorafgaand aan de Rotterdam Marathon “nog even” tien kilometer op een loopband in Dar es Salaam, de hoofdstad van Tanzania.

‘Vette plekken’

Hoewel ze ambities heeft als marathonloopster en het nog serieuzer wil aanpakken de komende tijd, denkt de stewardess er niet aan haar baan op te zeggen. “Ik zie het als een verrijking”, doelt ze op de “vette plekken” waar ze dankzij haar werk kan hardlopen.

Als mooiste bestemming waar ze tot nu toe getraind heeft, noemt ze Salt Lake City in de Verenigde Staten. “Ik had gezien dat daar in de buurt een universiteitsbaan was. Dat was echt bizar mooi, tussen de witte bergtoppen. Dat geeft me ook meteen energie. Ik zou daar nooit zijn geweest als ik die training niet had hoeven doen.”

Inmiddels is Keetels serieus aan het nadenken over haar toekomst als marathonloopster. “Daar ben ik nog wel zoekende in. Het ligt er ook aan wat er nu op mijn pad komt, maar ik wil wel volgende stappen gaan maken.”

“Het zou bijvoorbeeld een verschil maken als er een sponsor om de hoek komt kijken, zodat ik meer tijd kan investeren in het lopen en een keer op hoogtestage kan.”

Olympische droom

Keetels, die nu een tussenjaar heeft van haar studie journalistiek maar nog wel wil afstuderen, heeft wel een duidelijk langetermijndoel. “Kwalificatie voor de Olympische Spelen van 2028. Kan me vanaf eind 2026 daarvoor kwalificeren. En als tussenstation wil ik aan het eind van dit jaar nog een heel goede marathon lopen.”

Welke marathon dat “tussenstation” wordt, weet ze nog niet. “Ik wil er een lopen voor het kinderkankerfonds KiKa. Zo ben ik ook begonnen met hardlopen”, legt Keetels uit. “Ik wilde in 2019 iets voor KiKa doen en zag dat dat met marathons kon. Ik heb dat toen een keer gedaan en ben nooit meer gestopt.”

Door Haluk