Michael van Gerwen zal donderdagavond bij het Premier League-toernooi in het Rotterdamse Ahoy het publiek achter zich hebben staan, maar hoe de vorm is van de drievoudig wereldkampioen darts is nog maar de vraag. Fit is hij in elk geval wel, verzekert hij een dag voor het toernooi bij een persconferentie. “Anders had ik hier niet gezeten.”
Na de afgelopen WK, waar Van Gerwen de finale verloor, leek hij zijn goede vorm door te trekken, maar de resultaten vielen de afgelopen weken toch tegen. “Tot een paar weken geleden sta ik goede gemiddeldes te gooien”, aldus de 35-jarige Nederlander. “Maar ik heb op een rotmoment een blessure gekregen en ook nog een bacterie opgelopen op vakantie.”
Van Gerwen liep een schouderblessure op en dat was volgens hem “pure pech”. “Ik ben in het verleden weleens met niezen door mijn rug gegaan. Dit was er weer zo eentje. Het gebeurde met het aantrekken van een t-shirt. Beetje knullig, beetje lomp. Welcome to my world.”
Ook een bacterie, die hij opgelopen had tijdens een vakantie in Thailand begin dit jaar, speelde hem lang parten. “Sindsdien ben ik niet honderd procent fit geweest”, aldus Van Gerwen.
Van Gerwen blijft strijdbaar
En dat de vorm tot op heden nog niet terug is, schuift hij niet onder stoelen of banken. “Als je klote presteert, moet dat gezegd kunnen worden en ik ben de eerste die dat zegt over mezelf. Ik was bezig aan een mooie reeks, was lekker aan het spelen en dan word je teruggeworpen. Dan moet je zorgen dat je alle zeilen bijzet en er weer gaat staan.”
“Ik moet strijdbaar blijven en dat ben ik ook”, verzekert Van Gerwen, die weigert als “een treurwilg” bij de pakken neer te gaan zitten. “Ik vind het leuk wat ik doe, behalve het verliezen af en toe. En als je het spel leuk vindt om te doen, is het een stuk makkelijker strijdbaar te blijven.”
Van Gerwen staat met één doel in Rotterdam morgen: winnen. “Ik vind dat je te allen tijde moet denken dat je kan winnen. Waarom ga je anders naar een toernooi toe? Voor de gezelligheid? Voor de leuk? Tuurlijk vind ik het leuk, maar ik vind het nog veel leuker om te winnen.”