Het aantal mensen dat voor het eerst een huis koopt doet dat steeds vaker met financiële hulp van ouders. Dat blijkt uit recente cijfers uit het Woononderzoek, die ING heeft geanalyseerd. Het aantal starters dat met een schenking een huis kocht, is gestegen van 19 procent in 2018, naar 31 procent in 2024. In totaal krijgt een op de tien kopers een ton of meer.

Daarnaast krijgen ze meer geld dan voorheen. In 2018 was dit volgens ING nog gemiddeld 40.000 euro, inmiddels is dat naar schattig 60.000 euro. Van alle starters die een woning kocht met gift van de ouders kreeg ruim een op de vier 100.000 euro of meer.

De zogeheten ‘jubelton’, een belastingvrije schenking van een ton voor de aankoop van een woning, is in 2022 afgeschaft. Maar volgens ING-econoom Sander Burgers is dat op de woningmarkt nog niet te merken. Dat komt doordat een gegeven jubelton in 2022 de twee jaar daarna nog gebruikt kon worden. Hij denkt dat de effecten van de afschaffing van de jubelton pas de komende jaren zichtbaar worden.

Vooral in de Randstad moeilijk

Doordat verhuurders en beleggers huurwoningen van de hand doen, komen mensen die voor het eerst een huis kopen er wel weer vaker tussen op de woningmarkt. Nog steeds koopt twee op de drie starters een woning zonder hulp, maar Burgers ziet wel regionale verschillen.

“Het is met name in de Randstad steeds moeilijker om een huis te kopen zonder vermogende ouders. In dit gebied is namelijk minder aanbod, en meer schaarste”, zegt hij. “Dat zie je vooral in de populaire buurten in steden als Utrecht en Amsterdam”. Het komt dan ook met name in deze gebieden voor dat mensen met een bijdrage van de ouders een huis kopen.

Starters die gebruik kunnen maken van het vermogen van hun ouders, betalen gemiddeld ook meer voor een woning. En degenen zonder schenking, concurreren wel met deze mensen. Dat betekent dat ze daar ook tegenop moeten bieden. “En dat leidt tot steeds duurdere woningen”, aldus Burgers.

Daarnaast zijn de huishoudens die een eerste huis kopen steeds mensen met een relatief hoog inkomen. 56 procent van de kopers in 2024 zat in een hoge inkomenscategorie, tegenover 47 procent in 2023. ING stelt dat het vermogen op deze manier steeds een belangrijkere rol speelt op de woningmarkt.

Zelfversterkend effect

Dat leidt tot een zogenoemd “zelfversterkend effect”. “Huiseigenaren hebben door de prijsstijging een vermogen opgebouwd, dat ze weer doorgeven aan hun kinderen. En die profiteren daarvan op de woningmarkt, omdat ze meer geld te besteden hebben.”

Vooral huurders lijken de dupe te zijn van de huidige situatie op de woningmarkt. “Starters die wat willen kopen profiteren hier nu van, maar voor huurders helpt het niet mee dat woningen niet meer verhuurd worden, en steeds vaker in de verkoop worden gedaan”, besluit econoom Burgers.

Door Haluk