Met het afscheid van Pieter Omtzigt verliest Den Haag een politicus met enorme dossierkennis die 21 jaar keihard werkte, maar soms moeite had met het harde Haagse klimaat.

Sinds zijn entree in de Tweede Kamer in 2003, toen nog namens het CDA, hield het Kamerlid Omtzigt de politieke gemoederen bezig. Hij werd verguisd als een emotionele drammer die nooit ergens een punt achter kon zetten, maar ook geprezen om zijn vasthoudende strijd voor een betere bestuurscultuur waarin de burger niet wordt geschaad maar juist geholpen.

Pieter Omtzigt werd een van de bekendere Kamerleden van het CDA, met een grote eigen achterban. Dat hij het in die Kamer volhield, had hij niet aan zijn partij te danken. Die zag het niet altijd in hem zitten en zette hem in 2012 laag op de kandidatenlijst. Hij verwierf vervolgens met tienduizenden voorkeursstemmen op eigen houtje een zetel.

Compromisloze aanpak

Zijn compromisloze aanpak – hij spaarde mensen uit eigen kring niet in zijn kritiek – leidde tot wrevel in zijn fractie, maar Omtzigt had zich ontpopt tot een stemmenkanon waar het CDA niet omheen kon. En in aanloop naar de verkiezingen in 2017 kwam hij dan toch een keer hoog op de kandidatenlijst, op nummer 4.

Dat hij nu min of meer tot de prominenten behoorde en dat zijn partij weer toetrad tot een kabinet (Rutte III), vond hij geen reden om gas terug te nemen. Integendeel. In deze kabinetsperiode kwam de toeslagenaffaire aan het licht en daarbij nam hij het, samen met onder anderen SP-Kamerlid Renske Leijten, voluit op voor de ouders die tegen een “falende overheid” vochten.

Vanwege zijn eigenzinnige optreden werd hij wel grappend “het oppositielid van het CDA” genoemd. De toeslagenaffaire, waarin hij zich als een pitbull had vastgebeten, leidde uiteindelijk tot de val van het kabinet-Rutte III in januari 2021.

In 2020 deed Omtzigt een gooi naar het lijsttrekkerschap van het CDA. In de tweede ronde van de interne partijverkiezing verloor hij nipt van ‘coronaminister’ Hugo de Jonge. Maar toen die een paar maanden later toch bedankte voor de eer, was het niet underdog Omtzigt maar Wopke Hoekstra die de kar mocht gaan trekken. Tot grote onvrede van het Kamerlid uit Twente, dat zich gepasseerd voelde.

Ziek thuis

In februari 2021, vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen, trok hij zich tijdelijk terug. Hij was overspannen en wilde zijn batterij opladen. Later die maand kwam zijn boek uit, Een Nieuw Sociaal Contract, waarin hij terugblikte op de toeslagenaffaire. Het kwam binnen op de tweede plek van de Bestseller Top 60.

Bij de verkiezingen haalde Omtzigt, die nog ziek thuis zat, vanaf plek 2 op de kandidatenlijst 342.472 voorkeursstemmen. Het hoogste aantal van alle kandidaten die geen lijsttrekker waren. Met deze score was hij in zijn eentje goed voor bijna vijf Kamerzetels.

Kort na de verkiezingen kwam hij onbedoeld in het nieuws, toen een notitie uitlekte. “Positie Omtzigt: functie elders”, was op een persfoto te lezen. Uit die woorden kon worden opgemaakt dat er tijdens de verkenningen voor een nieuw kabinet kennelijk was besproken wat er met het ‘lastige’ Kamerlid moest worden aangevangen. Het leidde tot veel commotie, niet in de laatste plaats bij Omtzigt zelf.

Een paar maanden later kwam hij met een geheim memo voor een commissie die het verloop van de lijsttrekkersverkiezingen in 2020 onderzocht. Daarin maakte hij harde verwijten aan het CDA. Hij schreef dat hij zich niet gewaardeerd en onveilig voelde. Volgens hem gebruikten partijgenoten in appjes scheldwoorden als ‘eikel’ en ’teringhond’ voor hem. Na het uitlekken van dit memo, ontstond er opnieuw onrust en dit keer besloot Omtzigt om zijn CDA-lidmaatschap op te zeggen. Hij ging verder als onafhankelijk Kamerlid.

Nieuw Sociaal Contract

Na de val van het kabinet-Rutte IV, in juli 2023, twijfelde hij lang of met een eigen partij zou meedoen aan de verkiezingen. Na het zomerreces kwam het hoge woord eruit: hij begon een eigen partij die Nieuw Sociaal Contract (NSC) heette, naar het boek dat hij in 2021 had gepubliceerd. Belangrijkste speerpunten waren ‘bestaanszekerheid’ en het realiseren van een nieuwe bestuurscultuur.

NSC deed het aanvankelijk goed in de peilingen en alle ogen waren gericht op Omtzigt, die steeds pas na lang aandringen losliet hoe hij het na de verkiezingen voor zich zag. Hij liet weten dat hij liever niet met de PVV in een regering plaatsnam, omdat de standpunten van deze partij “aan de rechtsstaat raken”. Pal voor de verkiezingen verklaarde hij open te staan voor het premierschap, maar alleen als er een kabinet van vakministers zou komen met afstand tot de Tweede Kamer.

De NSC deed het uiteindelijk minder goed bij de verkiezingen dan eerder werd gedacht, maar de splinternieuwe partij kwam nog altijd met 20 zetels in de Tweede Kamer. Qua zetelaantallen deden alleen PVV (37), GroenLinks-PvdA (25) en VVD (24) het beter.

Omtzigt hield de boot om mee te onderhandelen over een nieuwe regering nog een poosje af. Hij zei eventueel bereid te zijn om een rechts minderheidskabinet te gedogen, maar dan moesten er wel stappen worden gezet op het gebied van “beter bestuur en bestaanszekerheid”.

Rechttoe rechtaan

Het liep anders. Omtzigt schoof ten langen leste toch bij PVV, VVD en BBB aan de formatietafel. Maar zijn eeuwige huiver om knopen door te hakken en rechttoe rechtaan te zeggen wat hij wilde, deden de onderlinge verhoudingen geen goed. Omtzigt verliet een formatieronde, om in de volgende weer aan te schuiven. En er kwamen steeds meer verhalen naar buiten over emoties die hij niet in bedwang zou kunnen houden.

Ook toen het kabinet-Schoof er eenmaal was – en de vier regeringspartijleiders in de Kamerbankjes zaten – kon hij het niet loslaten. Hij bleef zich nauwgezet, op ministersniveau, met het beleid bemoeien, al was hij nog zo’n voorstander van afstand. Voor zijn coalitiegenoten gold hetzelfde. Ook zij bleven er bovenop zitten. Het leidde voor Prinsjesdag 2024 zelfs tot een nachtelijk begrotingsbeleid tussen de vier fractieleiders. En dat het zo lang duurde, lag aan Omtzigt, lieten zijn coalitiegenoten weten.

Al snel kwam via anonieme bronnen naar buiten dat Omtzigt tijdens gesprekken in huilen was uitgebarsten en verschillende keren boos was weggelopen. Hij ontkende die emotionele uitbarstingen niet. “Ik kom op voor mensen die in de knel zitten omdat hun situatie mij raakt en ik niet van teflon ben. Den Haag moet daar maar aan wennen”, schreef hij op X.

Maar zijn betrokkenheid eiste opnieuw tol. Hij trok zich opnieuw terug uit de politieke arena vanwege een burn-out. Het ging om een tijdelijke stap, meldde hij. Hij zou om gezondheidsredenen wat meer op de achtergrond werken en wat minder “in de spotlight”.

In november keerde Omtzigt terug in de Kamer, maar het fractieleiderschap deelde hij sindsdien met Nicolien van Vroonhoven. Zij is nu ook degene die het stokje definitief van hem overneemt. “Het was een enorme eer en voorrecht om meer dan 21 jaar lang Kamerlid te mogen zijn”, zegt Omtzigt over zijn afscheid. “De tol daarvan is best groot geweest.”

Door Haluk