Staatshoofden, premiers en heel veel kinderen met vlaggetjes verwelkomden de Chinese president Xi afgelopen week in Vietnam, Maleisië en Cambodja. De bezoeken aan de Zuidoost-Aziatische landen kwamen een week nadat de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China compleet was geëscaleerd.
Terwijl de Amerikaanse importheffingen op Chinese producten tot 145 procent stegen, kwam daar toch plots verlichting. Smartphones en andere hightechgoederen werden deels van de importheffingen vrijgesteld.
Deze versoepeling is exemplarisch voor de afhankelijkheidsrelatie tussen de twee grootmachten. De strategische afhankelijkheid van de VS ten opzichte van China is veel groter dan andersom. China heeft controle over meer dan 90 procent van de kritieke aardmetalen wereldwijd en is de op een na grootste houder van Amerikaanse staatsobligaties. Ook zijn de spullen die China uit de VS importeert relatief makkelijk vervangbaar.
De Chinese economie zal wel lijden onder het verlies van de Amerikaanse afzetmarkt. Om deze schade beperkt te houden, ging Xi op reis naar de buurlanden. Maar hoewel China goede zaken heeft gedaan, is de strijd in de regio verre van gestreden.
Alternatief voor Amerikaanse producten snel gevonden
In 2023 kwam minder dan 6 procent van de Chinese import uit de VS. Verreweg de meeste goederen die het land importeerde, waren industriële producten zoals ruwe aardolie en elektrische machines. De VS is voor China geen grote leverancier. Amerikaanse ruwe aardolie maakte in 2023 bijvoorbeeld nog geen 3 procent uit van China’s totale aardolie-import.
Iets dergelijks geldt ook voor andere producten die China relatief veel uit Amerika haalt, waaronder sojabonen, voerproducten, cosmetica en medicijnen. Ook daarvoor heeft China alternatieve leveranciers, of heeft het die in de afgelopen weken gevonden in bijvoorbeeld Spanje, Vietnam en Cambodja.
Chinese tech-dominantie
De export is een ander verhaal. In 2023 ging ruim 12 procent van de totale Chinese export direct naar de VS. Nu de importheffingen van de VS deze producten aanzienlijk duurder maken, zal de Amerikaanse consument op zoek moeten naar alternatieve leveranciers. Maar die zijn er in veel gevallen niet of nauwelijks, zoals in het geval van smartphones.
Een deel van de productie is de afgelopen jaren wel verplaatst naar landen als India en Vietnam, maar nog steeds is zo’n 70 procent van de smartphones die in de VS worden verkocht in China gemaakt.
Handel via landen in de regio
China exporteert naar de VS ook grote hoeveelheden textiel, speelgoed, witgoed en huisraad. In deze handel is China op twee manieren sterk afhankelijk van de landen in de regio. Die dienen als verlengstuk van de Chinese exportindustrie en mogelijk als vervangende afzetmarkt voor de VS.
De afgelopen jaren hebben veel bedrijven die voorheen hun spullen lieten maken in China, al productie naar andere landen in Zuidoost-Azië verplaatst. Deels omdat de lonen daar laag zijn, maar ook omdat via die landen importheffingen omzeild konden worden. Vooral Vietnam is hierin een belangrijke partner voor China.
Volgens president Trumps adviseur Peter Navarro is dit een van de redenen waarom Vietnam een van de hoogste importheffingen voor de kiezen kreeg. En dus wil Vietnam, net als veel andere landen in de regio, van deze rol af, terwijl China juist gebaat is bij meer samenwerking.
China hoopt met de 112 nieuwe samenwerkingsovereenkomsten die het de afgelopen dagen met de drie landen getekend heeft zowel zijn onderhandelingspositie verstevigd te hebben als meer kanalen te hebben gevonden om de spullen die nu niet meer naar de VS kunnen aan de consumenten in de regio te slijten.