Na heldhaftige voorjaarsraces in Vlaanderen, Italië en Noord-Frankrijk richt de wielerwereld de blik op Zuid-Limburg. De Ardennenweek begon vrijdag met de Brabantse Pijl, gewonnen door Elisa Longo Borghini en Remco Evenepoel. Morgen fietsen de mannen en de vrouwen in de groene heuvels rondom Valkenburg de Amstel Gold Race, de grote Nederlandse wielerklassieker.
Nog altijd als oud-renner Michael Boogerd in de richting van de streek rijdt, schieten zijn gedachten terug naar de duizenden mensen die zijn naam schreeuwden, naar 1999 toen hij Lance Armstrong versloeg in de sprint, en naar “de warmte” van de koers.
‘Trots gevoel’
“Ik krijg een gezelligheidsgevoel als ik aan de Amstel denk. Ik had als renner altijd een warm gevoel. Lekker in eigen land koersen. Ik was ook altijd goed, zat altijd heerlijk in mijn vel deze periode. Hier doe je het voor. Van start tot finish werd de hele dag je naam geroepen, dat gaf mij wel een trots gevoel.”
Het publiek zal morgen weer grote renners voorbij zien komen. Wereldkampioenen Lotte Kopecky en Tadej Pogacar en olympisch kampioen Remco Evenepoel stappen op. En met Demi Vollering, Anna van der Breggen, Marianne Vos, Puck Pieterse en Lorena Wiebes zijn er veel Nederlandse kanshebbers bij de vrouwen.
Mathieu van der Poel is er niet bij. Zijn glorieuze voorjaar stopte afgelopen zondag na de overwinning in Parijs-Roubaix.
Finale met Cauberg
Opvallendste nieuwigheid in de koers: de iconische Cauberg is terug op de oude vertrouwde plek, vlak voor de finish. En dat is best opmerkelijk.
Leo van Vliet, al dertig jaar koersdirecteur, had acht jaar geleden juist gekozen voor een race zonder Cauberg als allerlaatste helling. De klim lag afgelopen jaren op ruim 20 kilometer voor de finish. Dat betekende dat de koers veel eerder spannend werd.
Met de Cauberg in de allerlaatste kilometers kozen renners er in het verleden juist vaak voor om te wachten met aanvallen tot die lastige finaleklim. Keert dat risico nu niet juist terug? Dat zal wel meevallen, voorspelt Boogerd.
“Tegenwoordig beginnen ze toch wel vrij vroeg aan de finale, dat is de trend”, vertelt de man die in de jaren na zijn zege in 1999 drie keer tweede werd. “Ik geloof niet dat je een heel ander koersverloop krijgt omdat ze nu ineens die Cauberg terug erin hebben. Voor het publiek is het wel leuk. Zo diep in de finale. Je gaat daar wel de winnaars zien excelleren, of die nou alleen vooruit is of op dat moment gaat.”
De mannen gaan in hun 256 kilometer lange rit drie keer de Cauberg over. Bij de vrouwen kan de helling een grotere rol gaan spelen. Zij moeten ‘m in 157 kilometer vijf keer over.
Van Vliet maakt zich er niet druk om, dat de Cauberg nu weer twee kilometer voor de finish ligt. “We verwachten wederom een zinderende finale.”
Eerder aanvallen
Fixeer je ook weer niet te veel op die Cauberg. “Het sleutelpunt voor mij was altijd de Eyserbosweg”, zegt Boogerd. “Het vijfluik Gulpenberg, Kruisberg, Eyserbosweg, Fromberg, Keutenberg. Dat was heel belangrijk.”
“Als je bij de Kruisberg goed van voren zat, begon je altijd goed aan de Eyserbosweg. Dan kon je daar wat doen en zat je vanzelfsprekend goed voor Vromberg en de Keutenberg. Dat was een bepalend punt. De ‘Eyserbos’ was voor mij dé beklimming van de Amstel. Pogacar gaat denk ik dat punt aangrijpen om de boel uit elkaar te rijden. Dan gaan we zien wie er kan volgen.”
Ook koersdirecteur Van Vliet vermoedt dat de beslissing al ruim voor de Cauberg kan vallen. De huidige generatie wielrenners koerst anders dan voorheen gebeurde. “We hebben aanvallers”, jubelt Van Vliet, doelend op renners als Pogacar en Evenepoel die zelden afwachten.
“Eigenlijk willen ze allemaal nog liever een solo van honderd kilometer rijden, dan een solo van tachtig kilometer. Het lijkt wel een wedstrijdje.”