AC Milan heeft zich ten koste van stadgenoot Internazionale geplaatst voor de finale van de Coppa Italia. Na de 1-1 van begin april in eigen huis werd het uitduel in hetzelfde stadion afgetekend met 3-0 gewonnen.
Een flinke meevaller voor de ploeg van de scorende Tijjani Reijnders, die in Serie A in de middenmoot vertoefd en eigenlijk alleen via de beker nog Europees voetbal kan veiligstellen.
Voor Inter rest nog de strijd met Napoli om de landstitel en natuurlijk de halve finales van de Champions League, waarin het moet opboksen tegen Barcelona.
Jovic grote plaaggeest
Inter had de overhand in de eerste helft en raakte via Federico Dimarco de lat. Maar toch keek het bij rust tegen een 1-0 achterstand aan. Na een dik halfuur legde Milan plots een vloeiende aanval op de mat, waarin ook Reijnders een aandeel had en die eindigde met een rake kopbal van Luka Jovic.
De Serviër, die in de spits al even de voorkeur krijgt boven de begin dit jaar van Feyenoord overgenomen Santiago Gimenez, was kort na de pauze opnieuw doeltreffend. Hij was er als de kippen bij toen een hoekschop in de Inter-doelmond bleef hangen.
Stefan de Vrij, bij afwezigheid van de van een blessure terugkomende Denzel Dumfries de enige Nederlander bij Inter, was halverwege de tweede helft dicht bij de aansluitingstreffer, maar zijn knappe kopbal werd even prachtig gekeerd door doelman Mike Maignan.
Kort voor tijd bracht de sterk spelende Reijnders de rivalen uit eigen stad de genadeklap toe met een schuiver: 0-3.
De tweede finalist komt uit de confrontatie van donderdag tussen Bologna en Empoli, dat de thuiswedstrijd al met 3-1 verloor.