Vanaf volgend jaar wil Apple iPhones voor de Amerikaanse markt niet langer assembleren in China maar in India. Dat melden bronnen aan de Financial Times. Het is het gevolg van de importheffingen die president Trump heeft ingesteld. Voor smartphones geldt weliswaar een tijdelijke uitzondering op de importtarieven, maar Apple lijkt het zekere voor het onzekere te nemen.

Voor China geldt sinds kort een importtarief van 145 procent. Voor India is dat een stuk lager, namelijk 26 procent. Bovendien is de heffing op Indiase producten tijdelijk opgeschort omdat dat land met de VS onderhandelt over een handelsakkoord.

Volgens de Britse zakenkrant is het de bedoeling dat de Indiase fabrieken straks meer dan 60 miljoen iPhones in elkaar zetten. Dat is een verdubbeling van de huidige productie in dat land.

Grote verschuiving

Het betekent een grote verschuiving voor de techgigant, die al jaren zijn belangrijkste product laat maken in China. Dit gebeurt allemaal in Zhengzhou, in het noorden van China, de stad die ook wel ‘iPhone City’ wordt genoemd. Daar zetten honderdduizenden medewerkers iPhones in elkaar.

Volgens onderzoeksbureau TrendForce werden in China vorig jaar 223 miljoen iPhones geproduceerd. Het zou gaan om meer dan 80 procent van alle iPhones.

Tegelijkertijd is Apple al langer bezig om de assemblage van producten te spreiden over meerdere landen in Azië. Behalve in India laat Apple ook producten produceren in Vietnam.

Door Haluk