Hij was al in gesprek om zijn contract bij FC Twente met twee jaar te verlengen maar toen RKC Waalwijk belde, hoefde Sander Duits niet lang na te denken. “Het is een aardig cliché maar voor mijn gevoel is het wel zo: dit is de trein waar ik op wilde springen”, vertelt hij in radioprogramma Langs de Lijn en Omstreken.
Vanaf komend seizoen is Duits, nu nog assistent-trainer in Enschede, de hoofdtrainer van RKC. Hij komt in Waalwijk terecht bij een club die hij door en door kent, nadat hij eerder vier jaar als speler en vier jaar als assistent-trainer aan RKC verbonden was.
Of RKC volgend jaar nog uitkomt in de eredivisie is onzeker. De club staat momenteel laatste en lijkt zich vooral te moeten richten op de zestiende plaats, waarmee play-offs tegen degradatie moeten worden gespeeld. Het wordt dus nog een flinke opgave om handhaving te bewerkstelligen.
Voor Duits is een mogelijke degradatie echter geen bezwaar: ook dan voelt RKC voor hem als de ideale stap. “Ik heb anderhalf jaar geleden de hoogste trainerscursus afgerond, dat doe je natuurlijk niet voor niets. Dan moet je voor jezelf nadenken wat het juiste moment en de juiste club is.”
“Dit was iets dat ik niet kon weigeren. Bij RKC kom ik voor mijn gevoel terecht in een warm bad, in een vertrouwde omgeving. Het is geweldig om mijn carrière als hoofdtrainer daar te beginnen.”
Klik met Oosting
Dat Duits aan de slag gaat bij RKC heeft wel als gevolg dat hij Twente verlaat, een club waar hij het uitstekend naar zijn zin had en ook op het punt stond om een tweejarige contractverlenging te tekenen.
“Het is een beetje dubbel, want ik heb geweldige jaren met Joseph gekend”, vertelt Duits. Hij was twee jaar lang de assistent van Oosting bij RKC en ging daarna met hem mee naar Twente, waar hij de afgelopen twee jaar dezelfde functie vervulde. “Het is lastig om hem te verlaten”, stelt Duits.
Als trainer denkt Duits zich te kunnen spiegelen aan Oosting. “Ik ben iemand van attractief voetbal met opbouw van achteruit, maar ik ben ook pragmatisch ingesteld. Als het een keer niet lukt in een wedstrijd, dan moet het ook op een andere manier kunnen. Het is niet zo dat we moeten en zullen opbouwen.”
“Verder ben ik van de menselijke benadering. Ik denk dat ik best veel gelijkenissen heb met Joseph in hoe ik daarin sta en met mijn spelers en stafleden wil omgaan.”
Telefoon vol berichten
De komende weken is Duits nog de assistent van Oosting en heeft hij zijn handen vol aan zijn telefoon vol berichten. “Ik denk dat ik er nog een stuk of negentig heb openstaan”, lacht hij. “Dat allemaal beantwoorden, wilde ik voor later bewaren.”