Burgers draaien mogelijk deels op voor het schrappen van de plastictaks. Die maatregel is door het kabinet uit het klimaatplan gehaald en het ministerie van Financiën loopt daardoor ruim 500 miljoen euro mis.

Het ministerie bevestigt dat een deel van de rekening mogelijk bij de burger terechtkomt, indien de industrie de komende maanden niet met een alternatief komt voor de belastingmaatregel. De inkomsten die de overheid misloopt, worden dan doorberekend aan afvalverwerkers en gemeenten. Dat kan ertoe leiden dat de afvalstoffenheffing enkele tientjes per jaar hoger wordt, zo waarschuwt de Koninklijke Nederlandse vereniging voor afval- en reinigingsdiensten (NVRD).

‘Plastictafel’

Vrijdag presenteerde minister Hermans van Klimaat en Groene Groei de klimaatplannen. Daarin stond dat de zogeheten polymerenheffing, oftewel de belasting op plastic, niet doorgaat zoals eerder afgesproken in het hoofdlijnenakkoord van het kabinet.

Maar de heffing en de 567 miljoen euro die het moest opbrengen stonden al in de boeken en dus moet er snel een oplossing komen om dat gat te dichten. Die wordt deels gezocht in het hervormen van de afvalstoffenheffing, maar ook in opbrengsten van de CO2-heffing. Voor de overgebleven 167 miljoen moet een ‘plastictafel’ met partijen uit de plasticbranche voor augustus met een oplossing komen.

Aan die tafel is de industrie oververtegenwoordigd, zo stelt de brancheorganisatie van reinigingsdiensten NVRD. “Vooral industrie, te weinig gemeenten, maatschappelijke partners en recyclers”, zegt directeur Wendy de Wild. “Als deze tafel er niet uit komt, wordt de rekening doorgeschoven naar de burger. Het wordt te makkelijk gemaakt voor de industrie om verantwoordelijkheid te ontlopen.” Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zegt dat de precieze samenstelling van de tafel nog niet helemaal rond is, daar wordt binnenkort over besloten.

Oneerlijke concurrentie

De heffing is ooit bedacht om ervoor te zorgen dat de productie van plastic zwaarder wordt belast. Die is vervuilend omdat plastic gemaakt wordt van olie en er veel energie voor nodig is. Ook het eindproduct is vaak niet duurzaam, vooral single use plastic is een probleem.

Nederland wilde deze taks in het begin van de keten heffen, bij chemie- en plasticbedrijven, maar veel andere landen doen dat niet. En dus trok de industrie aan de bel: zij vonden het oneerlijk en wezen op het voordeel voor concurrenten in het buitenland. Vooral in de VS en het Midden-Oosten, waar veel olie is, is de productie van virgin plastic, oftewel nieuw plastic, sterk aan het groeien.

De vraag is dus: waar komt die taks dan wel terecht? “Waarschijnlijk bij de burger”, zegt De Wild. “Als de plastictafel er niet uit komt, worden die kosten doorberekend aan afvalverwerkers en gemeenten, die dat hoogstwaarschijnlijk in hun afvalstoffenheffing zullen doorberekenen. Dat is een slecht idee, daar ligt niet de verantwoordelijkheid.”

Toch is ook de NVRD geen voorstander van de belasting aan het begin van de keten. Wat dan wel? Daarvoor is het handig om de plasticketen te begrijpen.

De plasticketen

Die keten is als volgt: fossiele brandstoffen (aardolie en gas) gaan naar raffinaderijen, die er onder meer ethyleen en propyleen van maken. Die stoffen verwerken producenten tot plastickorrels (PE, PP, PVC), waar de verwerkende industrie dan eindproducten van maakt zoals buizen, flessen en verpakkingen.

Importeurs en distributeurs verspreiden die goederen, waardoor ze terechtkomen bij verkooppunten als supermarkten en bouwmarkten. Uiteindelijk komen gebruikte producten bij afvalverwerkers, waar het meeste plastic wordt verbrand.

De optie voor de taks lag dus eerst aan het begin van de keten (productie) en nu dus aan het eind (consument). Beide keuzes zijn zeer onwenselijk, vindt Boris Schellekens, onderzoeker bij Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO).

“De grootste bulk van plastic zit namelijk in verpakkingen en de bouw, dus dáár moet je gaan belasten: bij de distributeurs, producenten of importeurs van plastic. Zo doen ze het bijvoorbeeld in Spanje.” Volgens Schellekens is dat ook goed voor de internationale concurrentie omdat hierdoor de groeiende stroom aan goedkoop plastic uit VS en het Midden-Oosten een halt wordt toegeroepen.

Verleggen prijsprikkel

Maar bovenal, zegt Schellekens, moet de rekening niet bij de burger terechtkomen. “Je verlegt namelijk de prijsprikkel naar het einde van de keten, die nul invloed heeft op het begin. Je kunt als consument bij aankopen simpelweg niet om plastic heen. De groepen ertussen, die de keuze hebben iets met plastic te verpakken of niet, die moeten gaan betalen.”

Verpact, namens het bedrijfsleven verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van onder meer plasticverpakkingen, wil nog niet zeggen waar ze op inzet bij de plastictafel. “Dat moeten we echt samen gaan bepalen.”

Door Haluk