De kans is groot dat Excelsior na één seizoen afwezigheid alweer terugkeert in de eredivisie. Als de Rotterdammers vrijdagavond in eigen huis winnen van Jong PSV, kan de tweede plaats en daarmee directe promotie ze niet meer ontgaan.

Opvallend is dat Excelsior dit seizoen wordt geleid door de jongste hoofdtrainer in het betaald voetbal in Nederland: de 34-jarige Ruben den Uil. In een jaar tijd slaagde hij erin om de club weer “eredivisiewaardig” te maken, zoals hij het noemt. Mede dankzij een indrukwekkende eindsprint.

“Als je promoveert, dan ben je eredivisiewaardig, want dan ben je te goed voor deze competitie”, legt Den Uil uit. De trainer is niet iemand die hoog van de toren blaast, maar tegelijkertijd is hij ook niet bang om zaken te benoemen zoals ze zijn.

Gevraagd naar de speelwijze van zijn ploeg zegt Den Uil: “Een Excelsior dat agressief is in het afjagen, dynamisch is en de bal wil hebben. Maar dat is, denk ik, een visie die menig trainer heeft. Het onderscheidende zit ‘m in wat je dagelijks met elkaar doet op trainingen. Hoe je een cultuur bouwt en die bewaakt.”

Met die cultuur lijkt het bij Excelsior wel goed te zitten. De Kralingers waren de promotieplek op de ranglijst kort kwijt, maar pakten die terug door een reeks van zeven overwinningen neer te zetten in een cruciale fase van het seizoen. Daarmee zijn ze zelfs bezig aan de langste winstreeks van alle clubs in Europa, zocht VI uit.

Daarnaast zorgde Excelsior bijna voor een stunt in de KNVB-beker: het verloor in de achtste finales pas na verlenging met 5-4 van PSV. “Het is niet heel moeilijk om één keer goed te spelen”, nuanceert Den Uil direct. “Je ziet daarom ook vaker verrassingen in de beker. Het is wél moeilijk om heel vaak achter elkaar goed te spelen.”

Een zeventiger en twee veertigers

Den Uil is terughoudend in het strijken met de eer. Liever wijst de jonge trainer naar zijn staf die hij “fijn en complementair” noemt. “Adrie Koster is een zeventiger en met Michel Breuer en Ronald Graafland hebben we twee veertigers. En we hebben Thomas Verhaar, die volgend jaar ook op de trainerscursus gaat.”

“We hebben een vrij complete staf, die elkaar goed aanvult”, concludeert Den Uil, die de voetballerij anders beleeft dan veel anderen. In de eerste seizoenshelft baarde hij bijvoorbeeld opzien door een competitiewedstrijd van zijn ploeg over te slaan, omdat zijn zus diezelfde avond ging trouwen.

“Dat is een voordeel in mijn denken: ik kom niet uit de voetballerij, ben geen profvoetballer geweest”, zegt Den Uil. “Dus ik ben niet opgegroeid in een bepaalde denkwijze dat het niet normaal zou zijn om naar de bruiloft van je zus te gaan. In mijn denken is dat heel normaal: ik heb daar geen seconde over getwijfeld.”

Daarmee wil Den Uil niet zeggen dat hij zijn werk niet serieus neemt. “Het trainerschap is ook heel belangrijk voor mij. Het is niet alleen mijn werk, maar ook mijn passie en voor een groot deel mijn leven. Alleen is het niet het allerbelangrijkste in het leven.”

Laatste wedstrijd op kunstgras

Om weer de stap naar de eredivisie te maken zal Excelsior tenminste één van de laatste twee competitieduels van het seizoen moeten winnen. De thuiswedstrijd van vrijdagavond tegen Jong PSV lijkt de ideale gelegenheid om een promotiefeest te vieren.

Dat wordt voor Excelsior (voorlopig) de laatste wedstrijd op de kunstgrasmat die al jaren in het stadion ligt. De club stapt deze zomer namelijk over naar een echte grasmat. Dat is geen goedkope onderneming, maar met Excelsior komt het wel goed, verzekert Den Uil.

“Gelukkig zijn we financieel hartstikke gezond, waardoor we ons dit kunnen permitteren”, zegt een glimlachende Den Uil, die zich gelukkig prijst in Kralingen. “Het is een mooi huwelijk zo.”

Door Haluk