Het was een droomtransfer in de Formule 1. Een sprookje. Lewis Hamilton in scharlakenrood. De zevenvoudig kampioen die bij Ferrari zijn Formule 1-carrière glansrijk zou afsluiten. En passant zou hij de Scuderia na een jaar of vijftien droogte weer aan de teamtitel helpen. Salvatore Lewis: de Verlosser.
Natuurlijk is het seizoen nog lang. Er zijn pas vijf van de 24 grand prix-weekends achter de rug. Er liggen nog volop kansen, maar één ding is duidelijk. Het sprookjeshuwelijk heeft geen vlekkeloze wittebroodsweken opgeleverd. Sterker nog: het loopt voor geen meter. In Hamiltons eigen woorden: “Ik werk hard aan mezelf en aan de auto, maar het kost tijd en we zijn nog lang niet waar we willen zijn.”
De statistieken zijn pijnlijk. Geen grand prix-zege, en zelfs geen enkele podiumplek op zondag. Wel een verrassende sprintracezege in China, maar dat is hooguit een troostprijs. Hamilton staat in de WK-stand zevende, ruim achter de onervaren Italiaanse tiener die zijn opvolger is bij Mercedes: Andrea Kimi Antonelli.
In Miami, aan de vooravond van de zesde grand prix, is zevenvoudig kampioen Hamilton opgetrommeld voor de officiële FIA-persconferentie. Logisch: iedereen wil weten waarom zijn jaar zo stroef start.
Maar de antwoorden zijn ultrakort en weinigzeggend. “Ik weet het niet precies en kan er weinig zinnigs over zeggen. Het gaat om allerlei details. Veel issues. Veel verschillende dingen.” Volzinnen blijven schaars. “Ik kan het niet goed uitleggen. Ik heb ook geen idee hoe we er hier voorstaan. We hebben geen updates op de auto.”
Journalisten proberen het met allerlei varianten op hetzelfde thema, maar Sir Lewis laat zich niet vermurwen. Hij beseft welke verhalen er over hem worden geschreven en is niet van plan het achterste van zijn tong te laten zien.
Bij vlagen antwoordt hij ietwat stekelig. “Ik ben niet bezig met al die meningen van mensen. Buitenstaanders die hier nooit hebben gewerkt en wel met hun opinies strooien. Ik laat me er niet door afleiden en richt me volledig op de mensen met wie ik dagelijks werk.”
Aanpassingsproblemen
Eerder op de dag heeft de Spaanse coureur Carlos Sainz (Williams) zich laten ontvallen dat overstappen naar een ander team geen sinecure is. “Je rijdt echt niet zomaar dezelfde rondetijden als je teamgenoot die er al jaren zit.” Sainz’ mening is relevant, omdat uitgerekend hij plaats moest maken voor Hamilton.
“Toen ik begon bij Mercedes was het ook lastig. Vooral de eerste pakweg zes maanden”, blikt Hamilton terug. Vervolgens bevestigt hij min of meer de lezing van Sainz. “Mensen met wie ik werk zijn gewend aan een andere coureur en ik was gewend aan een andere auto. Ik werk keihard om me aan te passen. Hoe lang dat gaat duren? Misschien korter dan een half jaar, misschien langer. Ik heb echt geen idee.”
De 40-jarige Brit kan het niet ontkennen: stalgenoot Charles Leclerc is hem de baas en scoorde onlangs in Saudi-Arabië het eerste Ferrari-podium van 2025. “Charles heeft in Jeddah laten zien hoe goed de auto kan zijn. Dat willen we hier proberen te herhalen.”
Hamilton hoopt dat recente werkdagen in het Italiaanse Maranello soelaas bieden. “We hebben het nodige veranderd na simulatiesessies. Hier in Miami gaan we merken of het helpt.”
Het klinkt als wishful thinking. Hamilton lijkt zelfvertrouwen te ontberen en het is een wetmatigheid in de Formule 1: een coureur die zich niet op zijn gemak voelt in de cockpit is nooit snel genoeg. De aarzeling is duidelijk hoorbaar in Hamiltons woorden.
Het afstellen van de Ferrari, het optimaliseren van de setup? Het lijkt bijna gok- en giswerk. “We hebben de auto dit jaar tijdens raceweekends regelmatig langzamer gemaakt in plaats van sneller. Hoe dan kan? Geen idee.”
‘Eten is een grote verleiding’
Ferrari en Hamilton zijn zoekende en het recept voor de oplossing ligt nog niet klaar. Gaat er dan niets goed in het huwelijk Hamilton-Ferrari-Italië? Toch wel. Het sprookje kan nog altijd een happy end krijgen. Al was het maar omdat in 2026 het reglement grondig verandert en de F1-pikorde kan kantelen.
“Ik ben dol op Maranello, voel er veel steun van honderden werknemers en probeer de pizza’s en de pasta’s te weerstaan”, vertelt Hamilton. “Dat gaat nog niet zo geweldig. Het eten is een grote verleiding.”
Medio mei rijdt Hamilton zijn eerste rode thuisrace op Imola: het circuit Enzo e Dino Ferrari. Een ontboezeming: praten met de tifosi wordt daar knap lastig. “Ik leef niet in Italië, maar ben er wel steeds vaker. Ik moet nog wel flink aan mijn Italiaans werken.”