De raaf is helemaal terug in het land. De zwarte broedvogel was nog niet eens zo lang geleden compleet verdwenen uit Nederland, maar broedt nu weer volop. Niet alleen op het oude land, maar ook in het kleine bosgebied Hollandse Hout bij Lelystad. Afgelopen week ringde boswachter Douwe Brouwer daar twee pasgeboren raafjes.
“Het was een indrukwekkende ervaring”, zegt de boswachter bij Omroep Flevoland. Brouwer zag in januari voor het eerst dat een ravenpaar was begonnen met de bouw van een nest bij Lelystad. Dat was op zich al bijzonder. Want raven waren er al wel in Flevoland, maar ze vestigden zich tot nu toe vooral in uitgestrekte bosgebieden met open vlaktes zoals de Veluwe, Drenthe en de Utrechtse Heuvelrug.
Maar dit stel bouwde niet alleen een nest in de polder, onlangs kropen ook twee jongen uit het ei. “We zijn blij te kunnen melden dat het broeden succesvol is verlopen”, schrijft boswachter Brouwer enthousiast op zijn blog.
Beschermde soort
Het enthousiasme is terecht, reageert Hans de Vos Burchart van de Ravenwerkgroep Nederland. “Hoewel de raaf het best wel goed doet in Nederland, blijft het nog steeds een bijzonder en beschermde soort”, zegt hij. “Vorige eeuw was de raaf niet meer aanwezig in Nederland. Dan is het best bijzonder dat je nu tussen de 1200 en 1500 raven hebt in Nederland.”
De gitzwarte raaf, waarbij het vrouwtje en het mannetje er precies hetzelfde uitzien, was ooit een gewone broedvogel in Nederland. Maar de raaf werd uitgeroeid omdat hij als ongeluksvogel werd gezien. Bovendien zagen de jagers de raaf vaak als concurrent. Rond het jaar 1900 was de vogel zeldzaam geworden. In 1944 vond in Zuid-Limburg het voorlopig laatste broedgeval plaats. Pas sinds 1976 broeden er weer (geïntroduceerde) wilde raven in Nederland.
Alleseter
Dat de raaf het sinds die tijd goed doet in grote bosgebieden is niet verrassend, zeggen de kenners. Voor een alleseter als de raaf is daar altijd iets te vinden. Maar dat het nu ook goed gaat in het open Flevoland met z’n aangeplante, relatief beperkte bosgebieden, is minder vanzelfsprekend.
De Vos Burchart vermoedt dat het vooral de Oostvaardersplassen zijn die als foerageergebied voor de raaf dienen.
In het gebied tussen Lelystad en Almere komen nu vooral zeer jonge vogels voor, zegt hij. De raafjes leven in grote groepen en blijven de eerste jaren samen. Uiteindelijk vinden ze in hetzelfde gebied ook hun partner, denkt hij.
Hoogspanningsmasten
Er is nóg een reden waarom de raaf zich thuis voelt in Flevoland: de vele hoogspanningsmasten. “Je zit daar hoog en droog”, legt de expert van de Ravenwerkgroep uit. Bovendien is de raaf daar veilig voor z’n belangrijkste vijand: de marter. Een marter kan niet naar boven klimmen in een hoogspanningsmast.
Bijkomend voordeel is dat raven die nesten bouwen in hoogspanningsmasten zich zo veilig voelen dat ze nog meer jongen krijgen dan in bosgebieden. Zo trof boswachter Brouwer in één nest in een hoogspanningsmast tussen Lelystad en Dronten zelfs zes jongen aan.
Deskundigen zijn ervan overtuigd dat de raaf in Flevoland een blijvertje is. De Ravenwerkgroep verwacht zelfs dat het aantal raven de komende tijd verder zal toenemen in Flevoland.