Over zzp’ers was eind vorig jaar veel te doen. Werkgevers, werknemers en zzp’ers zelf keken met spanning naar 1 januari van dit jaar, het moment dat de Belastingdienst actiever zou gaan handhaven op zogenoemde schijnzelfstandigen.
Er werd een schokgolf op de arbeidsmarkt verwacht als bedrijven zouden stoppen met hun samenwerking met een deel van de zzp’ers, maar sinds de jaarwisseling is het relatief stil. Er zijn wel grote verschillen tussen sectoren, blijkt uit een rondgang van de NOS.
In het eerste kwartaal verdwenen 52.000 banen voor zelfstandigen, berekende het CBS. Ook schreven in december en januari tienduizenden zzp’ers zich uit bij de Kamer van Koophandel. Over de resultaten van de handhaving laat de Belastingdienst nog niet veel los. Eerder werd aangekondigd dat inspecteurs dit jaar rustig aan doen en geen boetes uitdelen.
Door de onduidelijkheid over wetgeving en handhaving merkten zzp’ers dat opdrachtgevers terughoudend waren om met hen in zee te gaan, ook al kunnen naar verwachting veruit de meesten gewoon zzp’er blijven.
Onder de 1,6 miljoen zzp’ers zouden zo’n 200.000 à 300.000 schijnzelfstandigen zijn, oftewel mensen die werkzaam zijn als zelfstandige, maar voor de wet eigenlijk geen ondernemer zijn.
Schrijnende situaties
De afgelopen weken lijkt de terughoudendheid om zzp’ers in te huren iets minder te worden bij opdrachtgevers, of de noodzaak is voor hen groter. Dat merken bijvoorbeeld zzp’ers in de zorg. Vooral hier leidde de afschaling van zzp’ers de afgelopen maanden tot problemen.
Zoals in de meeste sectoren proberen zorginstellingen nog altijd zzp’ers in loondienst te krijgen, maar maken niet genoeg mensen de overstap. En dus begint de behoefte aan zzp’ers weer te groeien, ziet zelfstandigenorganisatie VZN. “Dit wordt niet breed uitgedragen, omdat instellingen nog steeds hopen dat mensen in loondienst komen. Aan de achterkant groeit de inzet echter gestaag.”
In het najaar leefden er grote zorgen in de gehandicaptenzorg over de nieuwe zzp-regels, zag Nieuwsuur:
Hoewel er ook zorginstellingen zijn waar het goed gaat leiden de personeelstekorten hier en daar tot schrijnende situaties, hoort beroepsorganisatie NU’91 van haar leden. “Cliënten liggen te lang op bed, familie wordt gevraagd bij te springen, eetmomenten worden overgeslagen.”
Specifiek artikel
De kinderopvang gaf als sector het duidelijkste geluid af: als freelancer kon je vanaf 1 januari niet meer op een groep staan. Grote organisaties vertellen dat het is gelukt om geen freelancers meer in te zetten. Bij de kleinere organisaties worden ze hier en daar nog wel ingezet, vertellen zzp’ers zelf.
Ook in het onderwijs is het relatief rustig. Hier werd al langer met minder zzp’ers gewerkt, laat de PO-Raad weten, de sectorvereniging voor primair onderwijs.
VZN ziet dat vooral zzp’ers die werken bij de lokale overheid het zwaar hebben. “Daar stoppen sommige gemeenten met de inzet van zzp’ers en die vinden dan ook geen nieuw werk meer. Lang niet iedereen krijgt een dienstverband aangeboden.”
Bedrijven passen ook de opdrachten aan zzp’ers aan, zodat ze wel voldoen aan de regels. Een journalist krijgt bijvoorbeeld de opdracht een specifiek artikel te schrijven in plaats van een dienst te draaien.
Proefkonijn
In de bouw zetten sommige werkgevers nog wel volop zzp’ers in. Het verschil tussen een zzp’er en schijnzelfstandige is hier ook onduidelijker dan in bijvoorbeeld de kinderopvang, omdat veel klussen als freelancer gedaan kunnen worden.
“Waarom zou ik stoppen met zzp’ers en het braafste jongetje van de klas zijn?” vraagt de directeur van een stukadoorsbedrijf zich af. Zijn zzp’ers zullen dan namelijk niet bij hem in dienst treden. “Ik ken zo vijf andere werkgevers waar ze dan heengaan, omdat die niet zo bang zijn.”
De stukadoor kreeg al meermaals visite van de Belastingdienst, maar de inspecteurs maakten hem niet duidelijk wie volgens de wet zzp’er was en wie niet. “Totdat we duidelijkheid hebben, ga ik niet veel veranderen. Ik heb het gevoel dat we een proefkonijn zijn.”
Brancheorganisatie Bouwend Nederland laat weten dat in januari en februari wel zo’n 2000 mensen in dienst zijn getreden.
Hoge kosten
Wat tot nu toe uitblijft, is een sterke toename van gedetacheerden en uitzendkrachten, die als logische vervanging werden gezien voor zzp’ers. In het eerste kwartaal daalde het aantal uitzendkrachten zelfs.
“Bedrijven geven aan dat ze minder met zzp’ers werken, maar het komt niet terug in uitzend- of loondienstcijfers. Dus waar zijn al die mensen?”, vraagt VZN-voorzitter Cristel van de Ven. Sommige zorginstellingen vertellen wel dat ze vaker een beroep doen op detachering en ze maken zich zorgen over de hoge kosten die daarbij komen kijken.
Over de hele linie was er dus geen enorme schokgolf, maar is er meer sprake van een geleidelijke overgang met grote verschillen tussen sectoren. Ondertussen worden de roosters voor de zomervakantie gemaakt, een periode waarin instellingen en bedrijven meestal vaker een beroep doen op zzp’ers. Zzp’ers in de zorg verwachten alsnog meer ingezet te worden, maar kijken ook met spanning naar de periode na de zomer.