Activisten en advocaten die zich bezighouden met mensenrechten in China worden via Chinese niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) op en rond bijeenkomsten van de Verenigde Naties geïntimideerd. Dit blijkt uit onderzoek van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ).
Ngo’s zijn invloedrijke spelers geworden binnen de Verenigde Naties (VN). Het aantal Chinese ngo’s met consultatieve status is in zeven jaar bijna verdubbeld. Die status geeft toegang tot VN-vergaderingen. De voorwaarde van deze consultatieve status is dat de organisatie vrij van overheidsinmenging handelt.
Onderzoek van ICIJ toont echter aan dat 59 van de 106 Chinese en Taiwanese ngo’s met een consultatieve status wel degelijk sterke banden onderhouden met de Chinese overheid. In minstens 46 van deze organisaties bekleedt een hooggeplaatst organisatielid ook een positie binnen de Chinese overheid of de Chinese Communistische Partij.
Volgens het ICIJ-rapport trekken Chinese afgevaardigden massaal naar Genève om kritiek op China te smoren door mensen op en rond de bijeenkomst van de VN Mensenrechtenraad te intimideren en het verhaal van de eigen regering te propaganderen.
Agressiever tegen Tibetanen
Dat China zo het eigen regeringsverhaal ondersteunt ziet ook Courtney Fung, expert op het gebied van China’s rol binnen de VN. “China vult de spreekbanken met organisaties die zich positief uitlaten over China’s staat van dienst op het gebied van mensenrechten. Zodra de sprekers uitgesproken zijn, is er vaak geen tijd meer voor kritische vragen.”
Het onderzoek van het ICIJ laat ook zien dat Chinese ngo’s China-kritische geluiden proberen in de kiem te smoren. Dit bevestigt ook Mélanie Blondelle, belangenbehartiger van International Campaign for Tibet.
“China onderneemt de laatste jaren steeds agressievere pogingen om Tibetanen en andere mensen die kritiek hebben op de mensenrechtensituatie in het land het zwijgen op te leggen”, vertelt ze. “China blokkeert of vertraagt het proces voor China-kritische ngo’s om een consultatieve status binnen de VN te krijgen. Ook bij nevenevenementen van de Mensenrechtenraad worden vooral Tibetaanse sprekers regelmatig op zeer vijandige en agressieve manier bejegend, duidelijk bedoeld om te intimideren”.
Meer spreektijd
Sinds Xi Jinping aan de macht is, is de ngo-sector in China sterk veranderd: er zijn nieuwe regels, meer organisaties en meer buitenlandse activiteiten.
Het ICIJ gebruikt drie criteria om te bepalen of een Chinese ngo sterke banden heeft met de overheid: als de organisatie grotendeels wordt gefinancierd door de Chinese overheid, als de leiding sterke banden heeft met de overheid of de communistische partij, of als de ngo pro-Chinese standpunten inneemt bij VN-bijeenkomsten.
Het aantal Chinese NGO’s bij de VN is de afgelopen jaren niet alleen sterk gegroeid, ze laten zich ook veel meer horen. Waar de NGO’s in 2018 nog 13 keer spraken, was dat in 2024 bijna 300 keer. Ook dit is bedoeld om andere sprekers het zwijgen op te leggen, aldus Blondelle.
“De ngo’s met banden met de Chinese overheid registeren zich massaal voor de beperkte spreektijd tijdens sessies van de Mensenrechtenraad, waardoor andere stemmen nauwelijks de kans krijgen om gehoord te worden. De ngo’s die volgens ICIJ, banden hebben met de Chinese overheid leverden in al hun speeches van de afgelopen 7 jaar geen een keer kritiek op de eigen overheid.
Machtige lidstaat
China heeft de afgelopen jaren meer macht en invloed in de VN gekregen. Het is een van de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en na de VS de grootste geldschieter. Onderzoek van Fung laat zien dat landen die meestemmen met China tijdens de Algemene Vergadering van de VN daarna steeds vaker leiderschapsposities krijgen binnen VN-organen.
Nu de VS onder leiding van Trump zich teruggetrokken heeft uit onder meer de VN-Mensenrechtenraad, de Wereldgezondheidsorganisatie en het Parijsakkoord, is de kans groot dat China probeert in die gaten te springen.