Er is amper “informatie over werkelijk gemaakte kosten en resultaten” van projecten die met honderden EU-miljarden zijn bekostigd. Dat is een van de conclusies uit een ongekend kritisch rapport van de Europese Rekenkamer over het gebruik van het vier jaar geleden opgerichte EU-coronaherstelfonds.
In het vandaag gepresenteerde rapport vraagt de Rekenkamer, een onafhankelijk instituut dat toezicht houdt op de EU-financiën, zich af “of de EU-burgers wel waar voor hun geld krijgen”.
Het fonds (ook wel aangeduid als de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit) werd in het leven geroepen om de Europese Unie er na jaren van coronamalaise economisch bovenop te helpen. De waarde van het fonds is ruim 650 miljard euro. Landen kunnen er leningen of giften uit krijgen.
Grote verschillen
Ieder EU-land afzonderlijk kon bij aanvang een herstelplan indienen. De ‘prijskaartjes’ liepen fors uiteen. Zo vroeg het door corona zwaar getroffen Italië om 195 miljard euro, waarvan bijna 72 miljard aan giften.
Voor Nederland gaat het om 5,4 miljard euro aan giften, waarvan 2,5 miljard euro inmiddels is ontvangen. Nederland gebruikt het geld voor investeringen in onder meer hernieuwbare energie, bij- en omscholing voor werklozen en uitbreiding van intensive-careafdelingen van ziekenhuizen.
Ruim de helft van de beschikbare 650 miljard is nog ongebruikt, terwijl voor aanvragen uit het herstelfonds een deadline geldt van eind 2026. De Europese Commissie, die het coronaherstelfonds beheert, is “trots op wat er is bereikt”, aldus de verantwoordelijk Eurocommissaris Valdis Dombrovskis. “We blijven intensief met de EU-landen werken om er het beste uit te halen, voordat het herstelfonds eindigt.”
Te veel vertrouwen
Maar volgens de Rekenkamer heeft de Commissie weinig reden om trots te zijn. De Commissie vertrouwde er te veel op dat landen zelf zouden controleren of de miljarden uit het fonds goed werden besteed, schrijft de Rekenkamer. “Maar in ons onderzoek zijn we gestuit op ernstige zwakheden in die controle”, zegt het lid van de Rekenkamer Kristijan Petrovic. “En om het nog erger te maken: de Commissie kan in het geval van overtreding van de regels het geld niet terugeisen.”
Volgens de Rekenkamer betaalt de Commissie geld uit het fonds soms al uit, terwijl projecten alleen nog maar op papier bestaan. Petrovic: “Dit kan erin resulteren dat landen wel het geld houden, maar de projecten niet realiseren.” De financiële belangen van de EU komen volgens hem hiermee in gevaar.
Maar volgens Eurocommissaris Dombrovskis, die reageert op de kritiek, gaat het slechts “om een verschil van inzicht over de interpretatie van juridische concepten”. Volgens hem worden de resultaten die landen moeten behalen met de miljarden uit het fonds nauw in de gaten gehouden. “Anders worden er geen betalingen gedaan.”
Plan per land
Het Rekenkamerrapport komt op een gevoelig moment, nu de discussie is begonnen over de nieuwe EU-meerjarenbegroting voor de periode 2028-2034. De Commissie van voorzitter Ursula von der Leyen wil daarvoor juist het coronaherstelfonds gebruiken als uitgangspunt.
Bij de toekomstige verdeling van het EU-geld zouden landen dan ieder voor zich een plan moeten indienen waarin ze zeggen waaraan ze hun aandeel uit de EU-meerjarenbegroting (in totaal ongeveer 1200 miljard euro) willen uitgeven.
Maar in het Europees Parlement is er al forse kritiek op deze aanpak. “In dat scenario zegt de Commissie tegen ieder land afzonderlijk ‘hier heb je je geld, en zoek thuis maar uit wat je ermee gaat doen'”, zegt VVD-Europarlementariër en begrotingsexpert Anouk van Brug.
De controlerende rol van de Commissie, die op de besteding van geld in de landen toeziet, valt daarmee deels weg. “Ook kwalijk”, zegt Van Brug, “is dat grensoverschrijdende projecten in de EU in gevaar komen.” Ze geeft als voorbeeld een fictief infrastructureel project in een grensregio als Limburg die samen met lokale Duitse en Belgische overheden een financieringsplan indient bij de Commissie.
Maar als de Commissie haar zin krijgt, moet de provincie Limburg het plan straks gaan slijten in Den Haag, en hun partners over de grens moeten hetzelfde doen in hun hoofdsteden, zegt VVD’er Van Brug: “Dat gaat niet werken.”
De Commissie maakt de definitieve plannen in juli bekend, waarna het overleg met de landen en het Europees Parlement kan beginnen.