De helft van de mensen in Nederland van 15 jaar of ouder doet vrijwilligerswerk. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het vaakst gebeurt dat bij de sportvereniging. Arbeids- of politieke organisaties en vluchtelingeninstanties ontvangen het minst vaak vrijwilligers.
Uit het onderzoek van CBS blijkt verder dat vooral in dorpen veel mensen aan vrijwilligerswerk doen. In de steden is dat minder het geval. In stedelijke gebieden gaf 44 procent van de ondervraagden (7500 mensen) aan vrijwilliger te zijn geweest, tegenover 59 procent in de niet-stedelijke gebieden.
Het aantal vrijwilligers is al jaren ongeveer hetzelfde (rond de 50 procent), alleen in de coronaperiode zakte het aantal flink in. Sindsdien is het aantal vrijwilligers weer opgekrabbeld naar het oude niveau. Het lukt niet alle verenigingen om vrijwilligers te vinden. Vooral bestuurswerk is niet populair.
Sportvereniging
Op de sportverenigingen melden zich de meeste vrijwilligers, vooral het verschil in stedelijke en niet-stedelijke gebieden is daarbij zichtbaar. In de steden geeft zo’n 12 procent aan zich in te zetten voor de sportvereniging, in dorpen is dat 20 procent.
Politieke organisaties of vluchtelingeninstanties zijn minder populair bij de vrijwilligers, het aandeel is daar beide rond de twee procent. Ook de sociale hulpverlening, zoals de voedselbank, wordt relatief weinig genoemd, constateert het CBS. Toch is het aandeel daar wel gestegen van minder dan 2 procent van 2012 tot en met 2021 naar bijna 4 procent in 2024.
25- tot 35-jarigen
Mensen in de leeftijd tussen 25 en 35 jaar en 75-plussers doen minder vaak dan gemiddeld aan vrijwilligerswerk, respectievelijk 43 en 46 procent. Mensen met een hbo- of wo-opleiding doen vaker dan gemiddeld aan vrijwilligerswerk (57 procent).