Als de wereld in dit tempo blijft opwarmen, krijgen toekomstige generaties vaker te maken met extreme hitte. Vier op de vijf in 2020 geboren kinderen zullen in hun leven zo veel hittegolven meemaken dat het vrijwel ondenkbaar is dat dit zou zijn gebeurd in een wereld zonder klimaatverandering.

Dat stellen wetenschappers van de Vrije Universiteit Brussel in het wetenschappelijke vakblad Nature.

Meer extremen

Iemands geboortejaar blijkt bepalend voor hoeveel weersextremen hij of zij meemaakt. Mensen die eerder zijn geboren, maken minder vaak zo’n opvallend groot aantal hittegolven mee. Van alle mensen ter wereld die zijn geboren in 1960 geldt dat voor een op de zes mensen. Voor de groep uit 1990 geldt dit voor ruim de helft.

Toekomstige generaties krijgen volgens het onderzoek ook vaker te maken met andere extremen, zoals mislukte oogsten, droogten en cyclonen. Maar de uitkomsten zijn wel onzekerder dan die voor hittegolven.

“In zekere zin is het wel intuïtief dat jongere generaties harder getroffen worden. Zij spenderen een groter deel van hun leven in een warmer klimaat”, zegt Wim Thiery, klimaatwetenschapper aan de Vrije Universiteit Brussel. “Wat wij nu doen is er harde getallen op plakken.”

Aanpassen helpt

Mocht de opwarming van de planeet beperkt blijven tot 1,5 graad Celsius, dan zal het aantal hittegolven minder hard oplopen. Ongeveer de helft van de in 2020 geboren kinderen krijgt dan te maken met een ongeëvenaard aantal hittegolven. Dat zijn tientallen miljoenen kinderen minder dan bij het huidige tempo van opwarming. Een nuttig inzicht, vindt onderzoeker Thiery, omdat het duidelijk maakt hoe groot de invloed van klimaatbeleid kan zijn.

Dat mensen vaker te maken krijgen met hittegolven betekent niet dat zij automatisch daaronder lijden. Mensen blijken zich vaak aan te kunnen passen. Het aanpassingsvermogen van mensen is, net als in veel andere onderzoeken, hier niet meegenomen, zegt Thiery. “De wetenschappelijke uitdaging om dat te doen is enorm.”

“De bewustwording voor hitte is in veel landen toegenomen”, zegt Carolina Pereira Marghidan, wetenschapper bij het KNMI en niet betrokken bij dit onderzoek. “Waarschuwingssystemen en actieplannen voor hitte kunnen het sterftecijfer echt omlaagbrengen.” Al is dit voor de kwetsbaarste groepen niet altijd mogelijk.

Wereldwijd raken hittegolven kinderen op allerlei manieren: hun gezondheid, de oogst van arme boerenfamilies waarin ze opgroeien of hoe goed ze kunnen bewegen en leren. Elk punt vraagt om andere beschermingsmaatregelen. “Om dat te onderzoeken moet je met zo veel dingen rekening houden”, zegt Thiery. “En dan ook nog onderbouwd met data. Dat is bijna onmogelijk.”

Voer voor klimaatrechtszaken

Save the Children, een organisatie die opkomt voor de rechten van kinderen, heeft de uitkomsten van het onderzoek vertaald in een rapport voor beleidsmakers en het grote publiek. “Dat is wetenschapscommunicatie om ervoor te zorgen dat de vertaalslag van onze studie wordt gemaakt naar de echte wereld”, zegt Thiery, “Ik ben er diep van overtuigd dat wetenschappers niet in hun ivoren toren moeten blijven zitten.”

Thiery vindt niet dat hij zich hiermee opstelt als activist. Save the Children heeft het onderzoek niet gefinancierd, benadrukt Thiery, en had “nul invloed” op de uitkomsten. Hij wil zelf ook geen beleidsvoorstellen doen, dat is allemaal voor rekening van de hulporganisatie.

Eerder onderzoek van Thiery werd gebruikt in diverse klimaatrechtszaken. Bijvoorbeeld door een groep Portugese jongeren die 32 Europese landen aanklaagde omdat ze te weinig zouden doen om klimaatverandering tegen te gaan.

Door Haluk