De Amerikaanse en Britse regering sluiten een handelsdeal, is op een persconferentie in Washington bekendgemaakt. Het is de eerste handelsovereenkomst sinds president Donald Trump in april grootschalige importheffingen aankondigde. Amerika is de grootste economie ter wereld, de Britse economie staat op de zesde plaats.
Volgens Trump is het een “volledige en allesomvattende handelsdeal”, terwijl de Britse regering zich wat voorzichtiger uitdrukt. Beide regeringen gebruiken de term “historisch” – maar in de kern lijkt de handelsdeal er vooral op gericht om Trumps importheffingen te versoepelen.
Het Verenigd Koninkrijk kreeg in april een basistarief van 10 procent opgelegd op alle producten, en viel bovendien onder de 25 procent heffingen op staal, aluminium en auto’s. De 10 procent blijft in principe bestaan, maar er zijn vrijstellingen gegeven voor specifieke markten. Zo zijn de importheffingen op staal en aluminium geschrapt en kan het VK 100.000 auto’s naar Amerika exporteren tegen een lagere heffing. Ook voor Rolls-Royce motoren en vliegtuigonderdelen worden vrijstellingen gegeven.
Daar staat tegenover dat de Britten hun markt openstellen voor Amerikaanse producten als rundvlees, andere landbouwproducten, ethanol en machines. Daarnaast wordt er gehint op verdere gesprekken tussen de twee landen en zeggen ze dat er “meer details zullen volgen”.
De Verenigde Staten zijn, na de EU, de op één na grootste exportmarkt voor het Verenigd Koninkrijk. Vorig jaar exporteerden de Britten voor 10 miljard dollar aan auto’s naar de VS en voor zo’n 9 miljard dollar aan farmaceutische producten. Een voordeel voor het VK is dat er volgens Trump, anders dan met de EU, geen sprake is van een echt handelstekort. De handelsbalans – die Trump bij veel landen “oneerlijk” noemt – is tussen het VK en de VS redelijk in evenwicht.
‘De speciale vriendschap’
Op diplomatiek niveau wordt de overeenkomst aan beide kanten van de Atlantische Oceaan als een succes gevierd. Voor de Britse premier Keir Starmer bewijst het dat zijn diplomatieke aanpak om Trump te paaien vruchten heeft afgeworpen.
De Britten sloegen niet terug met heffingen, Starmer onderhield warme banden met Trump en benadrukte steeds de historische “speciale vriendschap” die sinds de Tweede Wereldoorlog tussen de twee landen bestaat. Voor de Britse premier is dit bovendien bewijs dat het VK na de Brexit en los van het Europese handelsblok, wel degelijk zelfstandig handelsdeals kan sluiten.
Voor Trump is de deal een troef om erop te wijzen dat zijn importheffingen effect hebben. De Amerikaanse president heeft herhaaldelijk benadrukt dat meer dan tachtig landen nu dankzij zijn heffingen in de rij staan om handelsakkoorden te sluiten. Volgens Trump toont dat aan dat zijn handelsoorlog uiteindelijk goed zal zijn voor de Amerikaanse economie.
Economische boost
Positief economisch nieuws is zeer welkom in de kwakkelende Britse economie. Maar hoeveel verschil deze handelsdeal daadwerkelijk zal maken, valt nog te bezien. De Britse premier werd na de persconferentie gevraagd of het land nu beter af is dan voordat Trump president werd. Waarop de Britse premier antwoordde: “de vraag die je moet stellen is, zijn we beter af dan gisteren?”
Critici omschrijven de deal vooral als een fotomoment met beperkte economische waarde: de overeenkomst gaat alleen over goederen (en niet over diensten) en richt zich vooral op zichtbare producten zoals auto’s en staal, waar Trump flinke heffingen op legde.
Handelsovereenkomst EU
Ondertussen werkt de Britse regering ook aan handelsovereenkomsten met de Europese Unie. Die gesprekken met de Europese Unie zijn economisch gezien mogelijk belangrijker voor de Britten: de EU blijft immers de grotere afzetmarkt voor het VK.
Brussel en Londen staan op het punt om op 19 mei een post-Brexit ‘reset-top’ te houden in Londen, waarbij de Britse Labour-regering nadrukkelijk toenadering zoekt. Ook aan Europese kant bestaat daar, mede vanwege de noodzaak tot militaire samenwerking, bereidheid toe.
Vanuit de Britse regering wordt benadrukt dat het land niet hoeft te kiezen, maar met beide economische blokken goede handelsrelaties kan onderhouden die elkaar niet hoeven te bijten.