Zo’n 2,5 jaar lang stegen de lonen behoorlijk hard, maar dat begint nu af te vlakken. Dat blijkt uit de cijfers van werkgeversvereniging AWVN.

In de maand april stegen de lonen in nieuw afgesloten cao’s met 3,8 procent. In die maand werden 23 cao’s afsloten voor in totaal zo’n 80.000 Nederlanders.

In 2023 stegen de lonen volgens de werkgeverscijfers nog gemiddeld met 8 procent. Nu lijkt de tijd van zeer forse loonstijgingen van de afgelopen jaren lijkt voorbij.

Inflatie gevolgd

Zo kregen bijvoorbeeld medewerkers van de Bijenkorf er iets minder dan 3 procent bij. Ambtenaren van de waterschappen kregen er iets meer dan 1 procent bij.

De dalende trend van de loonstijgingen lijkt daarmee de inflatie te volgen. Die kwam in september 2022 nog boven de 14 procent uit, maar ligt inmiddels al maanden tussen de 3 en 4 procent.

Maatwerk

Ondanks de afvlakkende loonstijging roepen werkgevers de vakbonden op om het rustig aan te doen met hun looneis. Jannes van der Velden van AWVN wijst erop dat 5 jaar geleden de loonstijgingen veel minder sterk waren: “De vraag is of dit nog gezond is voor bedrijven.”

AWVN hoopt op maatwerk, ook bij de looneis van de vakbonden. “Met name over de industrie zijn we zeer bezorgd. We zien bedrijfssluitingen en een verslechterde concurrentiepositie. We verwachten van de vakbonden dat ze meedenken met het bedrijf.”

De gemiddelde lonen van april liggen overigens al een stuk onder de looneis van de FNV, de grootste vakbond van Nederland. Die stelden vlak voor Prinsjesdag 2024 hun landelijke looneis vast op 7 procent.

Door Haluk