Criminoloog Wouter Buikhuisen is afgelopen dinsdag op 91-jarige leeftijd overleden. Buikhuizen is onder meer bekend van de affaire Buikhuisen, Ook muntte hij de naam provo voor de Provobeweging in Amsterdam, een protestbeweging die in de jaren 60 werd opgericht.
Buikhuisen kwam in de jaren 70 in opspraak nadat hij had aangekondigd onderzoek te willen doen naar de rol die erfelijkheid speelt bij crimineel gedrag. Buikhuisen was op dat moment werkzaam als hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Leiden. Zowel in het maatschappelijk debat als onder zijn collega’s kregen zijn onderzoeksvoorstellen felle kritiek.
Vooral in de media werd Buikhuisen verguisd, onder meer door columnist Piet Grijs (een pseudoniem van Hugo Brandt Corstius). Die noemde hem een “kale, impotente carrièrewetenschapper” en vergeleek hem met de toenmalige leider van de nationaalsocialistische Nederlandse Volks-Unie (NVU).
Hij kreeg hierdoor te maken met onder meer doodsbedreigingen en bommeldingen. Hij vertrok naar Spanje, waar hij antiekhandelaar werd, schrijft het Leids Universitair weekblad Mare.
Pas na een kwart eeuw, in 2009, kwam het tot een verzoening tussen Buikhuisen en de universiteit.